Er komt wel een nieuwe verplichting naar aanleiding van de pas goedgekeurde wijzigingen aan de mestwetgeving: op percelen met nitraatgevoelige teelten in gebiedstype 2 en 3 zullen geen nitraatgevoelige teelten toegelaten zijn op de eerste 5 meter langs waterlopen die opgenomen zijn in de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA). Deze stroken zijn bemestings- en pesticidevrij en worden binnen het gewijzigde Mestdecreet beschermingsstroken genoemd. Hoe deze beschermingsstrook kan gecombineerd worden met een ecoregeling bufferstroken, zal begin volgend jaar toegelicht worden.
Binnen de definitie ‘actieve landbouwer’ wordt een bijkomend criterium rond rustpensioen toegevoegd. Ook wordt de sociale conditionaliteit ingevoerd, die verplichtingen omvat met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en arbeidsveiligheid van personeel.
Bij de ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen (AMKM) zijn er kleinere aanpassingen, onder meer voor de AMKM lokale veerassen en de ecoregeling bufferstroken met bloemenmengsel.
In 2025 zijn er een aantal wijzigingen aan de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Een aantal wijzigingen binnen de conditionaliteit zijn al eerder gecommuniceerd en zijn terug te vinden op de website van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (https://lv.vlaanderen.be/nieuws/vereenvoudigingen-het-gemeenschappelijk-landbouwbeleid-naar-aanleiding-van-de). Zo zal het mogelijk zijn om op een alternatieve manier via gewasdiversificatie te voldoen aan de norm gewasrotatie en valt de verplichting tot het aanhouden van 4% niet-productieve arealen en elementen weg. Er komt wel een nieuwe verplichting naar aanleiding van de pas goedgekeurde wijzigingen aan de mestwetgeving: op percelen met nitraatgevoelige teelten in gebiedstype 2 en 3 zullen geen nitraatgevoelige teelten toegelaten zijn op de eerste 5 meter langs waterlopen die opgenomen zijn in de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA). Deze stroken zijn bemestings- en pesticidevrij en worden binnen het gewijzigde Mestdecreet beschermingsstroken genoemd. Hoe deze beschermingsstrook kan gecombineerd worden met een ecoregeling bufferstroken, zal begin volgend jaar toegelicht worden.
Landbouwers die rechtstreekse betalingen of steun voor agromilieuklimaatmaatregelen of beheerovereenkomsten ontvangen, moeten vanaf 2025 ook de sociale conditionaliteit naleven om administratieve sancties te vermijden. Die sociale conditionaliteit is van toepassing op landbouwers die werken met personeel en gaat over transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, de veiligheid en gezondheid van werknemers en het naleven van de minimumeisen bij het gebruik van arbeidsmiddelen. Deze regels rond arbeidsvoorwaarden en arbeidsveiligheid zijn niet nieuw. Zij zijn al van toepassing in België via de federale regelgeving. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij zal voor het toezicht op de naleving van de sociale conditionaliteit, beroep doen op de federale inspectiediensten die verantwoordelijk zijn voor deze controles.
Vanaf 2025 wordt een bijkomende voorwaarde toegevoegd aan de definitie van actieve landbouwer: Binnen het landbouwbedrijf moet er minstens één zaakvoerder zijn die geen rustpensioen ontvangt. Enkel actieve landbouwers komen in aanmerking voor steun in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), voor zorgboerderijen en voor de brede weersverzekering.
Binnen de ecoregelingen en de agromilieuklimaatmaatregelen (AMKM) zijn er beperkte aanpassingen:
• De combinatie tussen de ecoregeling mechanische onkruidbestrijding en de ecoregeling teelttechnische erosiebestrijdende technieken - drempels kan niet meer.
• De ecoregeling bufferstrook plus- bloemenmengsel is enkel toegestaan op percelen met een lage tot verwaarloosbare erosiegevoeligheid (gele, lichtgroene en donkergroen percelen). De verplichting tot aanleg van een bijkomende grasstrook onderaan het perceel voor percelen met een lage verwaarloosbare erosiegevoeligheid vervalt hierdoor.
• Bij de AMKM lokale rundveerassen kan een landbouwer een verbintenis aangaan voor minimum 5 en maximum 225 dieren (i.p.v. 10-125). De subsidiabiliteitsvoorwaarde met betrekking tot de minimumleeftijd voor lokale varkensrassen wordt gewijzigd naar 6 maanden. Deze leeftijd moet bereikt zijn op 1 januari van het campagnejaar of bij vervanging. Daarnaast kunnen lopende verbintenissen onder bepaalde voorwaarden uitgebreid worden.
• Voor de ecoregeling voedermanagement kunnen landbouwers de verbintenis starten op 1 januari of op 30 april. Voor de toediening van nitraat aan melkvee is er voortaan een vaste dosering van 224 gram per dier per dag Daardoor is een rantsoenberekening niet meer nodig is. Let op, voor vleesvee is nog steeds de toediening van 1% nitraat vereist, en dus ook een rantsoenberekening.
• Bij de ecoregeling ‘eenjarige ecoteelten’ kan de landbouwer ook steun ontvangen voor een mengsel van bladrammenas en gele mosterd.
• Bij deelname aan de ecoregeling ‘Verhogen organisch koolstofgehalte – aanvoer van houtsnippers’ is steeds een foto nodig voor alle percelen met de bijkomende bestemming OCH in de verzamelaanvraag. Deze wordt genomen op het moment dat de houtsnippers worden ondergewerkt op het perceel of op het perceel liggen en bij voorkeur met de LV-Agrilens app.
De aanpassingen zijn onder voorbehoud van goedkeuring door de Vlaamse Regering.
De infofiches over conditionaliteit en sociale conditionaliteit zijn vanaf 24 december op de pagina ‘Conditionaliteit’ terug te vinden.