De voorzitter
De heer Roggeman heeft het woord.
Tomas Roggeman (N-VA)
Minister, in Wallonië heeft men een proefproject op touw gezet om filevorming te voorspellen met behulp van artificiële intelligentie. Het initiatief daartoe kwam vanuit AKT, maar het project zelf wordt aangestuurd vanuit de SPW Mobilité (Service public de Wallonie). Hoe gaat dat in zijn werk? Het gaat over beelden van wegcamera’s die in een AI-systeem worden gecombineerd met data over omgevingsfactoren, zoals het weer, wegenwerken en dergelijke meer. Daardoor kan men eventuele opstoppingen in het verkeer voorspellen. Dat beweert men daar althans.
Volgens de projectleider kan het systeem geïmplementeerd worden zonder enige aanpassing aan het wegennet. Minister, in Vlaanderen hebben we natuurlijk de vrienden van het Vlaams Verkeerscentrum, die uitstekend werk leveren als het gaat over het combineren van datasets en het analyseren van die gegevens met het oog op een vlotte verkeersdoorstroming, maar ik was toch benieuwd te vernemen in hoeverre uzelf en het Vlaams Verkeerscentrum van dat proefproject in Wallonië en eventuele eerste conclusies ervan hebben kunnen kennisnemen.
Bent u bereid te bekijken in hoeverre dit voor Vlaanderen nuttig kan zijn? Bent u een voorstander van de toepassing van dergelijke technieken ter bestrijding van filevorming? Welke plaats ziet u daarin voor artificiële intelligentie? Zijn er misschien andere technologieën die daarbij kunnen helpen?
De voorzitter
Minister De Ridder heeft het woord.
Minister Annick De Ridder
Bedankt voor de vraag. Voor alle duidelijkheid, het Waalse proefproject is mij bekend. Erin wordt ingezet op beeldherkenning via camerabeelden om daaruit verkeersparameters zoals voertuigclassificatie en snelheden af te leiden op een stukje van de E40 ter hoogte van Luik. Daarvan wordt dan de actuele verkeerstoestand afgeleid. Vervolgens maakt men kortetermijnvoorspellingen. Men probeert vijftien minuten vooruit in te schatten, waarbij ook het dagtype – weekdag, vakantiedag – en actuele meteogegevens in rekening worden gebracht. Het project focust op het voorspellen van verkeerssituaties en minder op het nemen van eventuele maatregelen die daarop zouden kunnen volgen.
Wij volgen die initiatieven natuurlijk. Dat gebeurt door het Vlaams Verkeerscentrum, dat niet enkel interesse heeft in het combineren van meet- en databronnen om incidenten sneller te detecteren, maar ook om proactieve verkeerssturing mogelijk te maken, waardoor files en de kans op incidenten worden beperkt. We volgen ook de ruimere ontwikkelingen, met de toenemende mogelijkheden van het gebruik van AI, van nabij op in het geheel van de processen voor operationeel verkeersbeheer en de functioneel-technische bewaking van de weginfrastructuur. Voor het verkeersbeheer wordt de inzet van AI als een aanvullend hulpmiddel gezien bij het detecteren van anomalieën en het vervolgens nemen van maatregelen. Zo werkt het verkeerscentrum momenteel met camera’s voor automatische incidentdetectie (AID) waarbij AI-technieken worden gebruikt om stilstaande voertuigen te onderscheiden en ons te helpen om ongevallen sneller te detecteren.
Als achtergrondinformatie voor deze commissie: denk nooit dat je eventjes met de wagen kunt stilstaan langs een snelweg om een sanitaire stop te organiseren, want je staat op heel veel camerabeelden. Iedereen die hier nu grinnikt, onthult dus dat al regelmatig te hebben gedaan. Stop daarmee, want je staat op camerabeelden, en dat leidt altijd tot gejoel in bepaalde operationele opvolgcentra waar men die camerabeelden vervolgens uitleest. (Gelach)
Voor de goede orde, het is ook niet veilig om dat te doen, los van de hilariteit die u veroorzaakt bij de uitlezer van de camerabeelden. Niet doen, dus.
Aangezien de structurele files in Vlaanderen veroorzaakt worden door infrastructurele beperkingen, wordt er vooral ingezet op het beperken van files veroorzaakt door incidenten. In mensentaal gezegd, wij weten allemaal dat het morgen waarschijnlijk aanschuiven zal zijn in bepaalde zones in Vlaanderen, op de ring rond Brussel of de ring rond Antwerpen, en als het regent of ijzelt, zal de situatie er niet op verbeteren. Daar hebben we AI niet echt voor nodig.
AI-technieken kunnen bij ons in Vlaanderen vooral een meerwaarde betekenen in het voorkomen van ongevallen, bijvoorbeeld door het tijdig detecteren van potentieel gevaarlijke situaties of het snel detecteren van ongevallen of incidenten om het afhandelingsproces te versnellen en de gevolgen van het ongeval te beperken. Maar ik denk dus niet dat we AI nodig hebben om te voorspellen dat het ergens file zal zijn.
De voorzitter
De heer Roggeman heeft het woord.
Tomas Roggeman (N-VA)
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik hoop dat u zelf niet met uw kabinet al die beelden onder ogen krijgt en moet zien te verwerken.
Ik leer dat wij in Vlaanderen vandaag eigenlijk al een stapje verder staan, dat wij al langer met AI werken ter voorkoming van incidenten op onze snelwegen, en dat de overheidsinstanties – het Vlaamse Verkeerscentrum en dergelijke – dan ook de gepaste vervolgmaatregelen nemen. Ook bij mobiliteit geldt dat het beter is te voorkomen dan te genezen, en als de technologie daarbij kan helpen, lijkt het mij zeker de moeite waard om dat te bekijken, en de verdere nieuwe mogelijkheden van de nieuwe technologieën ook te gaan uitspitten.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.