Mestdecreet krijgt lijst met 15 goede bemestingspraktijken

In het nieuwe Mestdecreet zijn de bemestingsnormen in de minst goede gebiedstypes verlaagd. Hierdoor mogen landbouwers dus tot 30% minder bemesten, wat een impact kan hebben op de gewasgroei. Wel kunnen landbouwers door goeie teelt- en bemestingspraktijken toe te passen een deel van die verloren bemestingsruimte “terug verdienen”. De voorbije weken zaten de landbouw- en natuurorganisaties samen in het opvolgingsorgaan MAP over de lijst van technieken die in aanmerking kon komen.

Jo Brouns: “Dat landbouwers door goede praktijken meer ademruimte krijgen in hun bemesting is de logica zelve. De lijst geeft nu al allerlei opties, maar zal de komende jaren uitgebreid worden, door technieken, gedragen door de landbouw- én natuurorganisaties toe te voegen. Concreet gaat het over praktijken zoals de onderzaai van gras in mais, waarmee tot een kwart meer nutriënten kunnen opgenomen worden. Ook het inzaaien van wintergranen of winterkoolzaad komt in aanmerking, net als het inwerken van stro of het gebruik van teeltvrije stroken.  Ook het gefractioneerd bemesten – waar eerst minder bemest wordt, maar dan wordt bijgemest na advies – staat op de lijst. We geven we het ILVO-opdracht om die de adviezen beter op elkaar af te stemmen, waarna deze techniek ook kan ingezet worden.”

“Het warm water vinden we hiermee niet uit”, zegt minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns, “heel wat van deze praktijken zijn al gekend in het mestbeleid als de ‘equivalente maatregelen’ en onze boeren passen ze vandaag al toe. Maar deze lijst van 15 praktijken was het laatste ontbrekende puzzelstukje van ons nieuwe mestbeleid. Door dat vandaag goed te keuren weten al onze boeren nog voor de start van het bemestingsseizoen volgende week waar ze aan toe zijn en dat is wat we wilden bereiken.”