De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
We kunnen er niet omheen: de aanhoudende regen heeft een enorme impact op onze omgeving, en zeker ook op de fruitteelt en de landbouw in het mooie Haspengouw. De bodem – dat zien we overal – is dermate verzadigd dat de boomgaarden onder water staan. Dat bemoeilijkt op dit moment vooral de geplande snoeiwerken en het onderhoud, maar het kan ook leiden tot massale boomsterfte. Het lage snoeiwerk kan wel gedaan worden, maar bij het hogere snoeiwerk is het probleem dat daar extra voertuigen voor nodig zijn, die wegzakken in de bodem en op die manier ook enorme sporen achterlaten. De schade voor de bomen zelf zal pas in april of misschien zelfs later duidelijk worden. Een wortel die in het water staat, sterft af. Pas in de bloeiperiode zie je dan dat andere gezonde exemplaren beter uitgroeien.
Ook in de landbouw zelf doen zich problemen voor. Zowel de boeren als de landbouwwerkers maken zich volop zorgen over de bemesting. Die mag pas starten vanaf 15 februari, maar het staat nu al vast dat dat niet zal lukken, want de wet stelt nu eenmaal dat je niet mag bemesten op een drassige ondergrond. En die drassige ondergrond zien we overal. Daardoor zijn er op dit ogenblik al overvolle mestputten en is er uiteraard ook een ophoping van het werk.
Een en ander heeft ook te maken met de samenstelling van de bodem in Haspengouw, die de eerste anderhalve meter uit leem bestaat, maar daaronder een kleilaag heeft, die minder waterdoorlatend is.
Minister, wordt de situatie in Haspengouw voor zowel de fruitteelt als de landbouw van nabij gemonitord vanuit het Agentschap Landbouw en Zeevisserij? Wordt daarbij ook een inschatting gemaakt van de mogelijke verliezen die de Haspengouwse boeren kunnen lijden? Wat zijn de actuele prognoses?
Op welke manier wil men de gevolgen van het aanhoudende regenweer op de fruitteelt en landbouw in Haspengouw minimaliseren en aanpakken? Houdt u rekening met een scenario waarbij de getroffen boeren een beroep kunnen doen op een schadevergoeding?
Hoe zijn de vooruitzichten voor het ledigen van de mestputten? Zullen de boeren op grond van de regelgeving een verbod op het uitrijden van mest op een drassige ondergrond krijgen? En wordt er tot slot nagedacht over oplossingen om de volle mestputten te ledigen indien de boeren hun mest niet mogen uitrijden?
Het zijn heel wat vragen, minister, maar wel heel belangrijk voor het mooie Haspengouw.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega. Mijn Agentschap Landbouw en Zeevisserij houdt de vinger aan de pols over de impact van de regenval gedurende de laatste weken. Het agentschap volgt net zoals de voorbije jaren de weersomstandigheden en de impact op de gewassen van heel nabij op. Specifiek voor de fruitteeltsector volgen de medewerkers, binnen een samenwerkingsverband onder leiding van het Proefcentrum Fruitteelt (pcfruit), tijdens het groeiseizoen om de veertien dagen de ontwikkelingen van de verschillende fruitteeltgewassen van nabij op en bespreken die.
Het is echter nog te vroeg om een effectieve inschatting te kunnen maken van de impact van de weersomstandigheden van de voorbije weken. Het is nu natuurlijk nog maar net het begin van februari en het winterweer is nog volop aanwezig. Pas wanneer het seizoen uit de startblokken schiet, zal men de impact goed kunnen inschatten. De impact zal ook veeleer perceelsgebonden zijn, want de wateroverlast is sterk gerelateerd aan de dieperliggende bodemlagen en de afwatermogelijkheden.
Landbouwers en fruittelers houden ook in hun eigen bedrijfsvoering steeds meer rekening met de impact van de veranderende weersomstandigheden. De landbouwer kan op lange termijn de infiltratiecapaciteit van zijn bodem verbeteren door in te zetten op een verbeterde structuur en een hoger organisch koolstofgehalte, wat het waterabsorberende vermogen en de structuur van de bodem verbetert. Landbouwers kunnen daarvoor een extra vergoeding krijgen via de ecoregeling ‘verhogen van organisch koolstofgehalte in de bodem’.
Ook op andere manieren kan de landbouwer inzetten op een betere bodemstructuur die samengaat met verhoogde infiltratiecapaciteit, zoals onder andere door mengsels van groenbedekkers in te zaaien, door niet-kerende bodembewerking toe te passen, door het veld te betreden met verlaagde bandendruk en te werken met vaste rijpaden. Voor veel van die investeringen is steun mogelijk via de ecoregelingen of via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF).
Ik wil nog eens benadrukken dat de landbouwer VLIF-steun kan krijgen voor niet-productieve investeringen, zoals voor de investering in infiltratiemogelijkheden. Het kan hier gaan over bijvoorbeeld een wadi en ondergrondse infiltratiesystemen, zoals infiltratieput, infiltratiekolk of infiltratieblok. Voor duurzame infiltratiesystemen is het steunpercentage 100 procent.
Naast maatregelen die de landbouwer zelf kan nemen, is, zeker in het natte Haspengouw, een gebiedsgerichte werking voor waterinfiltratie en lokale buffering aangewezen, zodat de problematiek zich niet simpelweg stroomafwaarts verplaatst. Door de ondiepe kleilaag is het niet mogelijk om alleen via verbeterde infiltratie de problemen bij aanhoudende regen op te lossen. Voldoende mogelijkheden tot afvoer van overtollig water zijn een aandachtspunt in de gebiedsgerichte werking van het Demerbekken. Het Demerbekken is dan ook een aandachtsgebied in de opmaak van Blue Deal 2.0.
Ik wil vooral niet vooruitlopen op mogelijke schadevergoedingen. Het is nog bijzonder vroeg in het teeltseizoen om nu al conclusies op dat vlak te trekken. Voorts kunnen landbouwers en fruittelers voor hun gewassen een brede weersverzekering afsluiten. De verzekeringspremie van zo’n standaardpolis wordt nu nog deels door de Vlaamse overheid ondersteund. Er is een evaluatie gaande. Zeker in de fruitteelt zijn veel telers verzekerd met een brede weersverzekering omdat die ook hagelschade dekt. Meer dan de helft van het areaal meerjarig fruit is op die manier verzekerd.
Eerst en vooral vind ik het belangrijk om te benadrukken dat de focus van het mestbeleid niet ligt op het ledigen van de mestputten, maar wel op het voeden van de gewassen. Het is dan ook belangrijk om die bemesting oordeelkundig volgens de noden van het gewas te doen.
In die zin is het opbrengen van mest op een drassige ondergrond niet alleen sinds lange tijd verboden in het Mestdecreet, het is bovendien ook niet echt slim. Het kan namelijk afspoeling van nutriënten en structuurschade veroorzaken. Indien het weer de komende weken omslaat, kan de bodem echter snel voldoende droog worden.
Aangezien het bemestingsseizoen nog niet gestart is, is de vraag nog wat voorbarig. De wetgeving verplicht momenteel wel al een opslagcapaciteit van minstens negen maanden voor mest van dieren die permanent op stal staan, en dit om de winterperiode te overbruggen. Tijdelijk kan mest ook opgeslagen worden in een tijdelijke mestopslag, zoals een mestzak of een mestcontainer. Ook mestverwerking kan een oplossing zijn indien uitrijden nog niet mogelijk is.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Om vooral op het laatste punt even terug te komen: u zegt dat het verhaal rond de mestproblematiek nog wat voorbarig is. Nu, ze mogen over dit en tien dagen in principe beginnen uit te rijden, maar als we naar de drassige velden kijken, dan wordt er niet verwacht dat het water binnen dit en tien dagen helemaal weg is. Tegelijkertijd horen we van onze landbouwers dat de mestputten op dit ogenblik al heel vol zijn. Men moet bekijken wat men daarmee kan doen. Zoals u zelf terecht zegt, mag bij drassige ondergrond niet worden bemest. We moeten bekijken hoe zij daar verder toekomstgericht mee kunnen omgaan.
U zegt dat pcfruit om de veertien dagen alles opvolgt en bespreekt. U zegt ook dat het op dit ogenblik misschien nog wat te vroeg is om maatregelen te nemen, maar ik denk dat de bemestingsproblematiek daar alleszins ook mee op tafel moet worden gelegd.
Verder zegt u dat er in het kader van de gebiedsgerichte werking wordt gezocht naar mogelijkheden voor perceelsgebonden afwatering. Dat zijn toekomstgericht allemaal goede maatregelen, maar we weten dat 2024 een heel nat jaar was en dat ook 2025 niet anders is gestart. Gisteren en vandaag zijn gelukkig uitzonderingen, maar we weten niet wat ons de komende dagen te wachten staat. Ik denk dat de toekomstgerichte aspecten goed zijn voor de langere termijn, maar de landbouwers willen vandaag weten waar ze aan toe zijn, gelet op het feit dat al die velden er opnieuw heel nat bij liggen.
Tot slot hebt u het over de brede weersverzekering gehad. We weten dat er een wijziging zit aan te komen, dat hebt u bij de toelichting van de beleidsnota al aangekondigd. Er zou een evaluatie aan voorafgaan. Bijkomend zou ik u willen vragen wanneer de evaluatie van die brede weersverzekering er zit aan te komen.
De voorzitter
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Els Robeyns (Vooruit)
Ik wil graag aansluiten bij de terechte vraag van collega Peeters. Ik denk inderdaad dat er op vele plaatsen, en niet alleen in Haspengouw, extreem veel regen is gevallen. Maar zeker in Haspengouw zijn, zoals de collega zegt, de bodems verzadigd en staan de boomgaarden serieus onder water. Praktisch brengt dat heel wat moeilijkheden mee op het vlak van snoeien, onderhoud en zo verder. Ik denk dat de landbouwers terecht ongerust zijn. Het is natuurlijk niet de eerste keer dat ze worden geconfronteerd met extreem weer. We zijn er ons allemaal van bewust dat ze zich in de toekomst daartegen zullen moeten wapenen. Ze doen dat ook.
U zegt ook, minister, dat er ondersteunings- en investeringsmiddelen zijn voor landbouwers die investeren om bijvoorbeeld de bodemstructuur te verbeteren. Dat is belangrijk. De gebiedsgerichte werking is volgens mij ook belangrijk. We moeten werk maken van een beter waterbeleid. We moeten ruimte maken om water vast te houden en om ervoor te zorgen dat de natuur ons beschermt tegen overstromingen en droogte. Dat is ook in het belang van de landbouwers.
De berichten tonen dat de regenval tijdens de eerste maand van het jaar dubbel zo hoog was dan normaal. Dat is toch wel extreem. Maar goed, het wordt goed gemonitord door onder andere pcfruit, veronderstel ik.
Ik veronderstel dat het nog een beetje vroeg is om schadecommissies bijeen te roepen, maar het zou toch goed zijn dat het goed wordt opgevolgd en dat de landbouwers goed worden geïnformeerd, zowel wat de investeringsmogelijkheden betreft als wat betreft de bezorgdheden rond mest, zoals collega Peeters terecht aanhaalt. Ik wil dit zeker mee ondersteunen.
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Minister, ik denk dat iedereen de situatie herkent. De impact is inderdaad zeer groot. Het is natuurlijk voor een deel eigen aan de sector dat je seizoensgebonden werkt en dat het de ene keer meevalt en de andere keer tegenvalt. Aan de andere kant zien we een steeds grotere impact. Iedereen weet ook wat de oorzaken daarvan zijn.
Ik wil me aansluiten bij de vraag van collega Peeters: wanneer komt de evaluatie van die brede weersverzekering er? We weten toch dat daar nog een en ander mank loopt en dat het ook binnen de sector nog niet helemaal is zoals het zou moeten. Ik denk dat we dat niet te lang meer op zich mogen laten wachten.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Vooreerst is het juiste moment van bemesten natuurlijk cruciaal. Een bemestingsadvies is in dezen dus belangrijk. De kwaliteitsimpact is op dit moment dan ook voorbarig. Bemesten op drassige ondergrond is sowieso niet alleen verboden, het is ook gewoon niet nuttig voor het gewas. Dat is dus sowieso een heel slecht advies, collega’s. We ondersteunen de landbouwers vandaag al via het VLIF als het gaat over de mestopslag. Dat gebeurt dus ook.
En wat de brede weersverzekering betreft: dat is iets voor dit jaar. Die evaluatie is op dit ogenblik lopende, maar zal nog niet afgerond zijn in de eerste helft van dit jaar.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Minister, we kijken alleszins uit naar de evaluatie van die brede weersverzekering.
U hebt daarstraks aangegeven dat het wordt opgevolgd door pcfruit. De landbouwers zitten vandaag met heel veel vragen, over de mestputten die ze niet geledigd krijgen, over het feit dat ze niet kunnen bemesten op dit ogenblik. Ik denk dus toch dat grondig overleg en evaluatie nodig zijn, zodat we daar niet andermaal een ramp krijgen. Het gaat over Haspengouw, omdat daar de grond vooral uit leem en klei bestaat, maar we zien in heel Vlaanderen dat de velden er zeer, zeer nat bij liggen. Ik denk dus dat er een intense opvolging en ook een goede communicatie met de landbouwers moeten gebeuren over wat er toekomstgericht kan, zeker ook inzake de brede weersverzekering.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.