|
17 feb 2025 |
19:20 |
|
Nieuwe IPM-checklist gaat in midden juni 2025
Een nieuw versie van de IPM-checklist is beschikbaar en zal ingang vinden gelijktijdig met de nieuwe Vegaplan standaard 5.1 die midden juni 2025 wordt verwacht.
Aanpassingen gebeurden vooral rond de punten in verband met beredeneerde bemesting en teeltrotatie. Voor beschutte teelten werden verduidelijkingen aangebracht rond de schoonwatertank en het gebruik van kantdoppen.
Verder zijn er nog een aantal kleine wijzigingen in de formuleringen bij het opstellen van cultuurcontracten, om meer transparantie te verschaffen over de percelen die opgenomen zijn in de cultuurcontracten.
Ook brengen wij landbouwers graag op de hoogte over de actualisatie die de Fyteauscan mocht ondergaan.
|
De nieuwigheden in de IPM-checklist 2025 worden hierna kort toegelicht maar voor het detail van de aanpassingen verwijzen wij u graag naar de brochure zelf: https://lv.vlaanderen.be/sites/lv/files/2025-02/IPM_richtlijnen_Checklist_2025%20met%20aanpassing%20maisrotatietekst.pdf
Teeltrotatie: Binnen het GLB werden de vereisten voor GLMC7, teeltrotatie op bedrijfsniveau en perceelsniveau, aangepast en de mogelijkheid om te kiezen voor gewasdiversificatie werd weer ingevoerd. In navolging daarvan werden de punten rond teeltrotatie op bedrijfs-en perceelsniveau verwijderd uit zowel de algemene IPM-checklist als de checklist sierteelt. In de algemene checklist werd voor de teelt van maïs (kuilmaïs en korrelmaïs) een nieuw punt (NIV 2 in 2026) opgenomen dat stelt dat de rotatie max. 3 op 4 kan zijn, tenzij het perceel of/en gemeld of gekend is voor de aanwezigheid van knolcyperus bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. In aanwezigheid van knolcyperus is maïs de aangewezen teeltkeuze, aangezien het de enige teelt is waar er een behoorlijke bestrijding van knolcyperus in mogelijk is. De punten rond teeltrotatie in de checklist zijn van toepassing op alle landbouwers die aan IPM dienen te voldoen ongeacht of zij premies ontvangen in kader van het GLB.
Beredeneerde bemesting op bouwland, grasland en bij beschutte teelten: de formulering is voor alle sectoren aangepast, zodat het vanaf 2026 noodzakelijk zal zijn dat bodemanalyses van de bouwvoor minimaal de volgende informatie zullen moeten bevatten: pH, % OC (gehalte organische koolstof), P (fosfor) en K (Kalium), voor andere te analyseren elementen wordt de keuze vrij gelaten. Voor de sectoren in de algemene checklist werd verduidelijkt over hoeveel stalen de landbouwer moet beschikken. Voor de sectoren akkerbouw, ruwvoeder en groenten open lucht ligt dat aantal in lijn met het aantal stalen die beschikbaar moeten zijn binnen het GLB onder GLMC3 (handhaving organisch bodemmateriaal). Dit aantal staat vermeld op de verzamelaanvraag. Voor de glasgroenten en fruit moeten landbouwers bij de berekening van het aantal stalen ook rekening houden met het areaal van deze teelten,. Het gedeelte van het overdekte bedrijfsareaal waar paddenstoelen op gekweekt worden of waar grondwitloof geforceerd wordt, moet echter niet meegenomen worden in de berekening. Voor de sector akkerbouw en ruwvoeder werd een punt toegevoegd met een aanbeveling (NIV 3) rond de beredeneerde bemesting in productief grasland.
Vereisten rond schoonwatertank en kantdoppen: voor de glastuinbouw en de fruitteelten onder beschutting werd verduidelijkt dat de spuittoestellen niet over een schoonwatertank moeten beschikken, op voorwaarde dat er op elk perceel een aftappunt voor water beschikbaar is die toelaat het spuittoestel te reinigen. Dit werd ook zo aangepast voor de binnenteelten bij de sierteelt. Deze aanpassingen gelden niet indien er gebruik gemaakt wordt van een veldspuit of boomgaardspuit om de behandelingen uit te voeren, aangezien deze spuittoestellen ook op percelen ingezet kunnen worden waar geen aftappunt voor water aanwezig is. Aangezien bij beschutte teelten (glastuinbouw, fruit onder beschutting en binnenteelten sierteelt) er maar een beperkte meerwaarde is van het gebruik van een kantdop, werd voor deze sectoren de vereiste op niet van toepassing gezet (NVT).
Aanpassingen formuleringen cultuurcontracten: bij het opstellen van cultuurcontracten moet er een goede uitwisseling zijn tussen de verhuurder en de huurder van het perceel. Er zijn dan ook aanpassingen aangebracht in de formuleringen bij het opstellen van een cultuurcontract voor percelen die duidelijker moeten stellen of er al dan niet een aanwezigheid is van knolcyperus. Ook de voorgeschiedenis van een perceel, met name wat betreft de noodtoelatingen voor het gebruik van neonicotinoïden die voor verschillende teelten werden afgeleverd, de laatste in 2022, moet hierbij vermeld worden. Dit zodat de huurder goed op de hoogte is van de maatregelen die hij/zij dient te nemen.
Er is recent ook een update geweest van de online-tool Fyteauscan. Zo kan u nu nog een beter zicht krijgen over de plaatsen op uw bedrijf waar u handelingen met gewasbeschermingsmiddelen uitvoert en waar punt-of diffuse verontreiniging kunnen voorkomen. Dit zowel voor een eigen spuittoestel, een ander spuittoestel dan een veldspuit (bv rugspuit), zelfs als men zelf geen bespuitingen uitvoert maar via een loonwerker werkt. Wij bevelen ten sterkste aan om deze Fyteauscan voor elke IPM audit opnieuw in te vullen en zo steeds de risico’s op uw bedrijf te evalueren op basis van de meest actuele toestand op uw bedrijf.
|
|
|
|