De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Voorzitter, mijn vraag gaat inderdaad over de maatregelen voor bioveiligheid bij de betreding van dierenhouderijen door controleurs. Jullie hebben het waarschijnlijk allemaal gelezen: het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) heeft een opmerkelijke uithaal gedaan naar controleurs van overheidsadministraties, die het onvoldoende nauw zouden nemen met de bioveiligheidsmaatregelen bij het betreden van stallen. De recente uitbraken van mond- en klauwzeer, maar ook de uitbraken van blauwtong en epizoötische hemorragische ziekte (EHD), verontrusten heel wat landbouwers. Daarom zijn ze extra gevoelig voor wie hun stallen betreedt. Volgens het ABS gebeurt het echter veelvuldig dat controleurs de stallen zonder enige voorzorgsmaatregel rond bioveiligheid betreden. Concreet gaat het dan om het aantrekken van bedrijfseigen kleding of het zorgen voor de nodige ontsmetting. Vermits die controleurs vaak van de ene naar de andere stal rijden om hun werk te doen, is het risico op het overdragen van ziektekiemen op die manier natuurlijk een stuk groter.
Het pijnpunt zou niet zozeer bij de pluimvee- en varkensbedrijven liggen, omdat zij al meer vertrouwd zijn met onder andere vogelgriep en varkenspest, en de alertheid er al veel groter is. Bij de rundveebedrijven ligt dat blijkbaar iets anders. Door de recente uitbraken hier en daar heersen daar intussen even strenge maatregelen als op de varkens- en pluimveebedrijven.
Het is opmerkelijk dat het Agentschap Landbouw en Zeevisserij zich wel bewust blijkt te zijn van de ernst van de situatie. In het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT) wijst het agentschap erop dat er uitgebreide protocollen bestaan waaraan controleurs zich moeten houden bij het betreden van landbouwbedrijven en stallen. Er wordt op het hart gedrukt de bioveiligheidsmaatregelen te allen tijde correct en volledig na te leven. Blijkbaar wordt dat door de dierenhouders, vooral de rundveebedrijven, toch anders ervaren.
Minister, hebt u weet van concrete overtredingen die door controleurs van het agentschap werden begaan rond het niet naleven van bioveiligheidsmaatregelen bij het betreden van stallen? Werden er al gevallen gesignaleerd waar controleurs weigerden om gehoor te geven aan de vraag van dierenhouders om de bioveiligheidsmaatregelen te respecteren?
Werd er door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij wel degelijk nagegaan of de controleurs de hen opgelegde protocollen correct uitvoeren?
Werd er al nagegaan in hoeverre het klopt dat controleurs die aangesproken werden op het nemen van de nodige bioveiligheidsmaatregelen gedreigd hebben met het opleggen van boetes en verregaande reprimandes?
Welke gevolgen kan dit voor deze controleurs hebben?
Wordt er gevolg gegeven aan de oproep van het ABS om rekening te houden met de bezorgdheid van de veehouders en werk te maken van de bioveiligheid, door controleurs van aangepaste kleding en voldoende ontsmettingsmiddelen te voorzien?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega. Er komen heel wat overheidsadministraties op landbouwbedrijven. Dat is bekend. Het gaat niet alleen over het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, maar ook over de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), het Departement Omgeving, het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en ook federale overheidsadministraties zoals het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Van elk van die instanties wordt, net zoals van elke erfbetreder, verwacht dat ze de nodige bioveiligheidsmaatregelen in acht nemen. Daar zijn ook telkens protocollen voor gemaakt.
De oproep van het ABS is in die zin heel begrijpelijk. In tijden van grote zorgen over verschillende dierziekten moeten ook overheidsdiensten bijzonder waakzaam zijn.
Zowel bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, de Vlaamse Landmaatschappij als bij de afdeling Handhaving van het Departement Omgeving zijn op dit moment evenwel geen gevallen gekend waarbij die bioveiligheidsmaatregelen worden geschonden.
Ook is er bij geen enkele van mijn instanties weet van een weigering door toezichthouders en controleurs om tegemoet te komen aan de vraag van dierenhouders om deze maatregelen te respecteren.
In geval van een uitbraak van dierziekten worden toezichthouders en controleurs hierover trouwens geïnformeerd en wordt extra voorzichtigheid geboden, doorgaans op basis van de door het FAVV gepubliceerde veiligheidsmaatregelen en de richtlijnen van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ).
Dat brengt me bij uw tweede vraag. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij hecht inderdaad een heel groot belang aan de bioveiligheidsmaatregelen en heeft dus een kader met richtlijnen uitgewerkt. Die richtlijnen worden regelmatig opnieuw onder de aandacht van de controleurs gebracht. Bij concrete klachten over niet-naleving of problemen wordt dat onmiddellijk grondig onderzocht.
Dreigementen van toezichthouders of controleurs naar veehouders, naar aanleiding van een verzoek om bioveiligheidsmaatregelen in acht te nemen, kunnen alvast niet worden getolereerd. Evenmin wordt aanvaard dat een toezichthouder of controleur weigert om, binnen de redelijke mogelijkheden, bioveiligheidsmaatregelen te respecteren. Dat staat echter los van het recht op toezicht, dat op een correcte en evenwichtige manier moet kunnen worden uitgeoefend.
Indien uit onderzoek zou blijken dat een toezichthouder of controleur de vooropgestelde bioveiligheidsmaatregelen niet respecteert of effectief dreigementen uit aan een exploitant, dan wordt dat direct behandeld met het personeelslid en zullen, in lijn met het Vlaams personeelsstatuut, gepaste maatregelen worden genomen.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Blijkbaar is er dan toch een discrepantie. U zegt dat er bij het agentschap geen gevallen of klachten bekend zijn, terwijl we lezen en bij de rundveebedrijven zelf horen dat er toch een ander aanvoelen is daarover.
Er zijn protocollen. De bioveiligheidsmaatregelen zijn gekend. Misschien is het dan toch niet slecht om iedereen daar nog eens op te attenderen, zowel de controleurs als iedereen die de bedrijven betreedt. Want een uitbraak en een verdere besmetting kunnen we allemaal missen als kiespijn. Misschien kan daarover nog eens een campagne of een duidelijke instructie worden gegeven? Want we horen toch heel duidelijk dat het bij de rundveebedrijven anders wordt ervaren. Waar men bij het betreden van een kippenstal alle mogelijke veiligheidsmaatregelen in acht neemt, gaat men daar bij een rundveebedrijf veel soepeler mee om. Wat dat betreft, kunt u misschien nog eens duidelijke instructies geven.
De voorzitter
De heer Callaerts heeft het woord.
Jurgen Callaerts (N-VA)
Minister, ook voor onze fractie zijn zulke situaties die het ABS heeft gemeld ontoelaatbaar. Ik ben blij dat u dat onderschrijft. Het is belangrijk dat er een goed toezicht gebeurt, maar die controleurs moeten zich natuurlijk ook houden aan het kader waarin zij kunnen werken. Het is inderdaad enigszins frappant om vast te stellen dat u geen cijfers hebt over of geen weet hebt van bepaalde inbreuken, terwijl een belangrijke organisatie daar – naar ik aanneem weldoordacht – aan de alarmbel trekt.
Misschien moet de vraag worden gesteld hoe landbouwers effectief en eenduidig bij uw instanties kunnen melden dat iemand hier buiten de lijntjes kleurt. Is er een bepaalde geijkte procedure? Is er een loket? Ik ga niet naar het meldpunt Agribashing van de voorzitter gaan. Bestaat er een loket waar landbouwers naartoe kunnen om te vertellen wat ze hebben meegemaakt, zodat zij de zekerheid hebben het weldoordacht wordt gevolgd, dat er een dossiernummer is en dat ze daar ook feedback op krijgen? Want dat is ons in ieder geval nog niet zo duidelijk. Misschien bestaat het en dan zult u dat zeker kunnen ophelderen.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Voorzitter, ik stel vast dat deze commissie eigenlijk het belangrijkste reclameforum voor www.agrisbashing.be is, zonder dat u er zelf een woord over zegt. Dat is mij vorige week en de weken daarvoor ook al opgevallen.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag. Het feit dat er geen officiële klachten bekend zijn, zou ook te maken kunnen hebben met het feit dat er een soort van machtsverhouding is tussen iemand die komt controleren en het bedrijf of de persoon die wordt gecontroleerd. Wanneer een bedrijfsleider een vraag stelt aan een controleur om bepaalde voorwaarden na te leven en dat zou niet gebeuren, ja, dan zal er, op het moment dat je daar klacht over indient, door vele land- en tuinbouwers worden gevreesd dat ze weleens een extra controle zouden kunnen krijgen. Misschien ligt dat mee aan de basis van het feit dat er, zoals uit uw antwoord bleek, weinig of geen klachten bekend zijn.
Ik denk dat u de principes heel correct hebt omschreven. Als er voorwaarden zijn, als er vragen worden gesteld, dan is er nog altijd een recht op controle, maar dan moeten die voorwaarden wel worden nageleefd.
Minister, op welke manier wilt u de drempel wegwerken die zit in de machtsverhouding tussen controleur en wie gecontroleerd wordt?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Ik denk dat ik bij de drie vraagstellers hetzelfde voel en ik deel dat gevoel. Ik denk dat we het nodige comfort en de nodige veiligheid moeten bieden om klachten te melden, want er is altijd een soort van ‘dark number’. Dat kennen we natuurlijk. Het is niet omdat er vaak geen formele registraties van meldingen zijn dat er ook geen klachten zijn. Dat belangenorganisaties daarin een rol opnemen, vind ik belangrijk, maar het is nog belangrijker dat zaken die niet door de beugel kunnen ook zonder enig gevoel van rechtstreekse of onrechtstreekse druk kunnen worden gemeld bij klachten@lv.vlaanderen.be. Er is daar dus wel een lijn voor. (Opmerkingen van de voorzitter)
Nee, geen meldpunt, voorzitter, maar rechtstreeks bij het agentschap.
In alle ernst: het is een heel belangrijk thema, dat bij dezen nogmaals onder de aandacht is gebracht. Het is belangrijk dat wij vanuit Vlaanderen belangenorganisaties en onze landbouwers wijzen op de mogelijkheden om de problemen die zich daarover stellen op een correcte en veilige manier te kunnen melden aan Vlaanderen. Want die bioveiligheid op bedrijven is in de huidige omstandigheden, waarbij dierziektes inderdaad helaas niet meer weg te denken zijn, heel belangrijk.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Ik heb een heel korte slotbeschouwing. Het is belangrijk dat enerzijds die controleurs duidelijk worden gewezen op de protocollen en dat anderzijds de communicatie van het agentschap mag zijn dat, als die protocollen en bioveiligheidsmaatregelen niet worden gerespecteerd, de landbouwer dan ook wel degelijk het recht heeft om een klacht in te dienen en dat die niet, zoals de heer De Roo schetst, schrik moet hebben om een klacht te melden. Ik dank u alleszins voor de opvolging.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.