Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 27 feb 2025 17:33 

Dagvaarding EC bij het Hof van Justitie voor een falend mestbeleid


Vraag om uitleg over de dagvaarding door de Europese Commissie bij het Hof van Justitie voor een falend mestbeleid
van Mieke Schauvliege aan minister Jo Brouns

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, deze zomer was er al het nieuws dat de Europese Commissie België zou dagvaarden bij het Hof van Justitie om een procedure op te starten. De Europese Commissie is immers van oordeel is dat het Vlaamse Gewest zijn verplichtingen in het kader van de Nitraatrichtlijn niet is nagekomen.

Minister, als de Europese Commissie zo’n uitspraak doet, dan verwacht ze dat de lidstaat – ik citeer de Europese Commissie – “dringend en onverwijld overgaat tot aanscherping”. Vlaanderen deed dat helemaal niet. Integendeel, er was al een akkoord tussen landbouw- en natuurverenigingen om een voorstel van het Mestactieplan (MAP) te laten doorrekenen. Dat is doorgerekend. Daaruit bleek dat uw eigen administratie en ook de Europese Commissie toen hebben gezegd dat het ontoereikend was. Desondanks hebt u nog een meer afgeslankt MAP laten goedkeuren eind december 2024.

De Europese Commissie oordeelt dan ook uiteraard dat Vlaanderen na het aannemen van het decreet-MAP 6 niet de nodige maatregelen heeft genomen om te voldoen aan de verplichtingen uit de Nitraatrichtlijn. De Europese Commissie verwijst ook naar het feit dat er geen milieueffectenrapportage werd uitgevoerd, waardoor niet kon worden besloten dat MAP 7 effectief en toereikend is.

Het verzoekschrift waarmee de Europese Commissie naar het Hof van Justitie gaat, is ingediend op 24 januari 2025. Dat konden we alleszins lezen in het maandelijkse overzicht dat het Vlaams Parlement ontvangt.

Minister, op 12 februari antwoordde u in de plenaire vergadering op een vraag van mij over de vernietigende reacties van de Europese Commissie op de stroomgebiedbeheerplannen: “Er werd ook verwezen naar het MAP. Ik heb dat in het eerste deel van mijn antwoord gezegd, omdat de Europese Commissie in de beoordeling daar nog geen rekening mee heeft gehouden. Ook daar verwachten we positieve effecten.”

Minister, vorige week antwoordde u in deze commissie op de vraag van collega Coel het volgende: “Bovendien werd eind vorig jaar door dit parlement het aangepaste mestbeleid goedgekeurd dat inderdaad nog niet in de analyse van de Commissie kon worden meegenomen. In die zin zijn die aanbevelingen op dat punt alvast ietwat gedateerd.”

Minister, dat verzoekschrift van de Europese Commissie laat niets aan de verbeelding over. Er staat heel duidelijk in dat MAP 7, versie december 2024, wel degelijk is meegenomen in haar beoordeling. Minister, aan de hand van wat ik heb gelezen in het overzicht dat de Europese Commissie ook aan het Vlaams Parlement heeft overgemaakt en aan de hand van de uitspraken die u tot tweemaal toe hebt gedaan, kan ik eigenlijk niet goed verklaren waarom u tot tweemaal toe hebt beweerd dat de Europese Commissie de nieuwe maatregelen van het MAP nog niet heeft beoordeeld, terwijl dat dat toch heel duidelijk in dat verzoekschrift van het Hof van Justitie van 24 januari is opgenomen.

Minister, hoe verklaart u uw uitspraken ten opzichte van de uitspraken in het verzoekschrift van de Europese Commissie?

Wat is uw reactie? En hoe gaat u remediëren zodat onze grachten, rivieren en grondwaterlagen niet langer vervuild worden door te veel nitraten?

– Lydia Peeters treedt als voorzitter op.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega. Graag neem ik u even mee in de historiek van deze dagvaarding, want dit is uiteraard geen nieuw verhaal.

Sinds 2020, het begin van de vorige legislatuur, heeft de Europese Commissie aan de Vlaamse Regering de boodschap gegeven dat extra maatregelen noodzakelijk waren. Dat signaal heeft er uiteindelijk toe geleid dat de Europese Commissie ons op 28 september 2023 door middel van een zogenaamd met redenen omkleed advies in gebreke heeft gesteld. Dit met redenen omkleed advies gold eigenlijk als een laatste mogelijkheid om actie te ondernemen vooraleer er gerechtelijke stappen zouden volgen.

Tijdens de vorige legislatuur zijn er dan geen bijkomende maatregelen geactiveerd, waardoor de Europese Commissie Vlaanderen voor het Europees Hof van Justitie heeft gedaagd. De Europese Commissie heeft hiertoe het besluit genomen op 25 juli 2024. Het verzoekschrift waarover het hier gaat, betreft dus de formalisering van deze beslissing van de Commissie van de zomer van 2024. Hoewel we dit inleidend verzoekschrift betreuren, is het dus geen verrassing. Mijn kabinet is per mail op de hoogte gebracht van dit verzoekschrift op 30 januari jongstleden. Op 24 februari, dus gisteren, mocht ik per post de officiële betekening ontvangen. Het verzoekschrift was, zoals ik al zei, wel al aangekondigd in juli van vorig jaar. Dat vormde net de reden om zo snel stappen te zetten en het mestbeleid aan te passen. Het was, zoals velen hier weten, een huzarenstukje om dit voor het nieuwe jaar goedgekeurd te krijgen, maar was wel gerechtvaardigd, gezien de lopende procedures.

Wat uw tweede vraag betreft, collega Schauvliege: mijn administratie geeft aan dat tussen de aankondiging van de dagvaarding en de dagvaarding zelf geen politieke keuze is gemaakt. Met andere woorden: een ambtenaar heeft simpelweg de procedure die liep sinds deze zomer, verder uitgevoerd. Ik betreur dat natuurlijk, want mede wegens de dagvaarding heeft een meerderheid van dit parlement versneld stappen ondernomen, en daaruit is zonder meer het strengste mestbeleid ooit in Vlaanderen voortgekomen.

Als de betrokken administratieve dienst binnen de Commissie naar MAP 7 verwijst, wil ik daar toch twee belangrijke bemerkingen bij maken. Ten eerste betreft de dagvaarding slechts de periode tussen 2020 en het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie, wat belangrijk is. Dat gebeurt steeds zo in de Europese rechtspraak, en dat erkent de Europese Commissie ook zelf. Dat is dus de periode van 2020 tot 2023. Toch vond de betrokken dienst het nodig om zijn visie neer te schrijven over het aangepaste mestbeleid. Dat doet hier niet ter zake en is dus niet nodig noch nuttig voor de lopende procedure.

Ten tweede vraag ik mij af waarop de Commissie zich dan baseert. Dat de milieueffectenrapportage (MER) nog loopt, dat weten we. Voorts was er echter slechts in beperkte mate mailverkeer en een korte Teamsmeeting tussen onze diensten en de betrokken dienst van de Europese Commissie. Noch op politiek niveau, noch op ambtelijk niveau vonden er dus diepgaande gesprekken plaats over deze bijkomende maatregelen uit MAP 7. Op basis van de beperkte contacten die er geweest zijn het gehele mestbeleid afschieten, zonder politieke ruggensteun daarenboven, lijkt mij toch niet echt fatsoenlijk.

Dat brengt me bij uw laatste vraag, of ik extra maatregelen ga nemen. Het is duidelijk dat de aanpassingen aan het Mestdecreet die we eind december in het parlement hebben goedgekeurd, al dit jaar tot betere resultaten zullen leiden. Dat is altijd mijn pleidooi geweest. Er is inderdaad overleg geweest tussen de natuur- en de landbouworganisaties. Over een groot pakket was men het wel eens. Die maatregelen zouden we zo snel mogelijk moeten invoeren, voor het mestseizoen 2025. Elke dag dat je wacht met dat pakket maatregelen, die de strengste ooit zijn, is een dag die verloren gaat voor de verbetering van onze waterkwaliteit. Dat was ook de inzet om die versnelling in het parlement te doen. De aangepaste beschermingsstroken langs grachten, de invoering van duurzame praktijken waarvan landbouwers kunnen gebruikmaken en het inzetten op begeleiding en advisering zullen de waterkwaliteit verbeteren.

De voorbije maand ben ik samen met de Vlaamse Landmaatschappij de boer opgegaan om een aantal avondvergaderingen mee te volgen en heb ik die aanpassingen kunnen toelichten bij meer dan duizend landbouwers. Ik voel veel bereidheid, maar ik verheel niet dat dit moeilijk is. Dit zijn opnieuw bijkomende maatregelen die opgelegd worden en die rechtstreeks ingrijpen in de productiviteit van landbouwers en hun gezinnen, maar dat neemt niet weg dat zij mee hun verantwoordelijkheid willen nemen om de waterkwaliteit in Vlaanderen te verbeteren, naast onze gezinnen, want er moeten nog 250.000 gezinnen worden aangesloten, en naast de industrie. Dat is immers toch iets wat je bij hen ook voelt: zij nemen hun verantwoordelijkheid, zij hebben een deel van de verantwoordelijkheid om de waterkwaliteit te verbeteren, maar er zijn ook nog andere actoren. Daarom is de evaluatie van de MAP-meetpunten zo belangrijk.

Dit alles bouwt trouwens ook verder op de verbetering in de waterkwaliteit die we de voorgaande jaren al konden vaststellen. Ik ga nu dus niet snel snel nog extra maatregelen verzinnen vooraleer we de resultaten van de huidige maatregelen kunnen zien. Wat mij betreft, zijn de afspraken daarover in het regeerakkoord duidelijk. We gaan de maatregelen uit MAP 7 uitvoeren. Die laten we nog voor het huidige mestseizoen van start gaan. Dat is nu ook gelukt. We gaan het MER opmaken en we gaan twee winters, twee seizoenen evalueren om te zien waar we dan staan voor eventuele bijkomende maatregelen.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, sta mij toe te zeggen dat ik de redenering die u hebt opgezet, een redenering vind ‘van achter de koe haar staart’. Ik ga even citeren wat er in het verzoekschrift over MAP 7 staat: “MAP 7, aangenomen op 18 december 2024, voldoet niet als aanvullende of verscherpte maatregel die nodig is om de doelstellingen van de richtlijn te verwezenlijken.” Duidelijker dan dat kan het niet zijn. Onder punt 70 luidt het: “Bovendien nam het Vlaamse Gewest dit MAP 7 aan zonder dat de noodzakelijke evaluatie van de effectiviteit en toereikendheid werd uitgevoerd. In de memorie van toelichting van het decreet tot wijziging van het Mestdecreet wordt aangegeven dat de milieueffectenrapportage slechts zal worden afgerond tegen juni 2025. Er wordt ook aangegeven dat eventuele bijkomende maatregelen slechts in 2027 in werking zouden treden.” De Commissie merkt op dat het Hof van Justitie in dat verband heel duidelijk heeft gesteld dat dat wel noodzakelijk was. De Commissie begrijpt dus dat MAP 7, dat goedgekeurd werd op 18 december 2024, geen bijkomende maatregelen bevat in vergelijking met het ontwerp van 17 april 2023, waarover dit volgens u dan zou gaan.

Vervolgens staat er: “Dit ontwerp MAP 7 werd toegevoegd aan het antwoord van Vlaanderen in het antwoord op de ingebrekestelling. In tegendeel, een aantal maatregelen werden versoepeld namelijk grotere flexibiliteit wat betreft de periodes en tijdstippen gedurende dewelke er bemest mag worden en aangaande het inzaaien, planten, aanhouden of oogsten van teelten; evenals een afzwakking van de financiële sancties of zelfs geschrapt namelijk de nulbemesting in Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)-gebied op percelen waar nog geen nulbemestingsregeling van toepassing is. Bijgevolg, zelfs al zou MAP 7 in overweging moeten worden genomen, quod non, blijft de conclusie onvermijdelijk dat het Vlaamse Gewest nog steeds niet aan haar verplichting onder artikel 5, lid 5 van de nitraatrichtlijn voldoet om aanvullende of verscherpte maatregelen vast te stellen die ondanks de vaststelling van waterverontreiniging door de landbouw noodzakelijk zijn.”

Minister, dit kan niet tot de verbeelding spreken. Dit is zo duidelijk als iets. Zelfs als dat verzoekschrift maar zou gaan tot de periode van de eerste versie van MAP 7, dan nog stelt dit verzoekschrift dat het helemaal niet afdoende is. Vlaanderen stevent af op een gigantische veroordeling en u staat hier nu netjes te beweren dat u geen bijkomende maatregelen zult nemen. En u liegt in het parlement over het punt of MAP 7 wel of niet is meegenomen. Ik vind dit echt onwaarschijnlijk. Minister, u moet tegen 7 maart antwoord bieden op dit verzoekschrift. Wat gaat u daar dan echt op antwoorden?

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Andy Pieters (N-VA)

Minister, u gaat er wel erg snel aan voorbij. U bent ook erg selectief als u afspraken citeert, maar ik moet mevrouw Schauvliege toch enigszins bijtreden. Het is inderdaad bijzonder opvallend dat u vorige dinsdag bij de vragen van collega Coel, die vandaag trouwens verontschuldigd is, in alle talen zweeg over deze stap van de Europese Commissie. Nochtans moet u daarvan op de hoogte zijn geweest, aangezien het verzoekschrift al van eind januari dateert.

U zei vorige week bovendien dat er over MAP 7 geen oordeel is geveld door de Europese Commissie. Maar ik lees in het verzoekschrift toch het volgende: “De Commissie is van mening dat, zelfs met de aanneming van MAP 7, het Vlaamse Gewest niet aan haar verplichting voldoet.” En nog eens: “Bijgevolg, zelfs al zou MAP 7 in overweging moeten worden genomen, quod non, blijft de conclusie onvermijdelijk dat het Vlaamse Gewest nog steeds niet aan haar verplichting voldoet.”

Dat wil zeggen dat wat u hier vorige week zei, toch enigszins op gespannen voet staat met de werkelijkheid. En het is ook niet omdat een inbreukprocedure dateert van enkele jaren geleden en een bepaald tijdskader viseert, dat de Europese Commissie geen oordeel heeft geveld over MAP 7. Het nieuwe Mestdecreet en ook het nieuwe mestrapport zijn zelfs uitdrukkelijk als bijlage toegevoegd aan het verzoekschrift. Het is dus wel degelijk een oordeel van de Commissie. En dat betekent – want ook dat is een afspraak die gemaakt is – dat er dus verder aan de tafel moet worden gezeten om naar een betere waterkwaliteit te gaan.

In de memorie van toelichting bij dat Mestdecreet staat immers: “Zowel naar aanleiding van de goedkeuring van voorliggend voorstel van decreet, als van zodra de resultaten uit de MER ter beschikking zijn, zal Vlaanderen in overleg gaan met de Europese Commissie om de aanpak en resultaten toe te lichten. En desgevallend te horen waar volgens de Commissie nog aanpassingen nodig zijn of verdere uitdagingen liggen. Deze feedback vormt mee de basis voor de eventuele bijkomende maatregelen.”

U noemt die stap van de Europese Commissie ongelukkig. Ik vind vooral die reactie wat ongelukkig. Wij verwachten als fractie dat u met concrete maatregelen naar de sectoren, naar het opvolgingsorgaan en naar het parlement trekt. “Niet nodig, noch nuttig”, noemde u die stap daarnet. Het Vlaams Parlement heeft u dat nochtans uitdrukkelijk gevraagd. In de memorie van toelichting bij het decreet dat eind vorig jaar werd goedgekeurd, werd specifiek naar dit oordeel van de Commissie gevraagd. U zegt nu net dat u een louter politiek oordeel wilt over MAP 7. Ook dat staat haaks op het regeerakkoord, waarin staat dat wij een wetenschappelijk onderbouwd beleid willen. Ik denk dat we vooral een correct milieukundig oordeel willen. Onze fractie kan die uitspraken dus niet steunen, omdat ze haaks staat op het regeerakkoord.

U had zich er ook toe geëngageerd dat de MER in februari 2025 afgewerkt zou zijn. Er resten ons nog drie dagen. Dat wil zeggen dat de resultaten volgende week richting de Europese Commissie zouden moeten kunnen gaan en ook naar het opvolgingsorgaan, met het oog op – en ik citeer opnieuw uit de memorie van toelichting bij het decreet, goedgekeurd in het parlement – “het versneld invoeren van noodzakelijke bijkomende maatregelen waarover consensus bestaat”.  Ook dat is een afspraak die gemaakt is bij MAP 7. U zegt daarnet dat u alles doorschuift naar de periode na 2027. Dat is niet de afspraak die gemaakt is. Dat is een selectieve lezing van de afspraken.

Ik heb dus de volgende concrete vraag, minister. Zit u op schema met uw MER? Zal die in februari 2025 klaar zijn, zoals afgesproken, zodat u in overleg kunt gaan met het opvolgingsorgaan met het oog op extra maatregelen? Als u die timing niet haalt, zou dat een erg slecht signaal zijn over het belang van de waterkwaliteit en dan zouden de gemaakte afspraken niet gehonoreerd worden, en dat zou onze fractie betreuren. Waterkwaliteit is heel belangrijk en ik denk dat we dringend het gesprek moeten aangaan over een verdere bijsturing van het Mestdecreet.

De voorzitter

De heer Verduyckt heeft het woord.

Kris Verduyckt (Vooruit)

De situatie is op zich ernstig. Ons grondwater hoort bij de meest door nitraten vervuilde wateren van Europa. We spelen daarmee echt met de gezondheid van de Vlaming. Het is niet de eerste keer dat we die dagvaarding van de Europese Commissie zien passeren. Toen ik, en de meeste mensen hier in het parlement, voor het eerst lazen over die dagvaarding, was uw reactie daarop enigszins geruststellend. U gaf aan dat MAP7 voor een groot stuk een antwoord zou bieden op de dagvaarding die we kregen. Dat is wat ik in de pers las en wat ik uit de antwoorden haalde die u aan de collega’s gaf.

Ik moet toegeven dat we verbaasd waren toen we kennis kregen van dat verzoekschrift van de Europese Commissie. U zegt dat het eigenlijk niet nodig was dat men al naar MAP 7 keek, maar men doet het wel. Als ik de tekst van dat verzoekschrift doorneem, kan ik alleen maar vaststellen dat men zegt dat het op basis van het ontwerp te kort gaat zijn. We weten dat hetgeen goedgekeurd is minder is dan het ontwerp.

Minister, ik vind uw tussenkomst in de pers en in de commissie opmerkelijk. Het is een bijzonder belangrijke materie en ik vind dat het geen enkele zin heeft om die materie onder de mat te schuiven. We mogen niet weglopen van de realiteit. Ik weet dat de situatie ernstig is, maar als je vandaag dat verzoekschrift leest, kun je toch niet anders vaststellen dan dat alle lampen op oranje staan.

De EU is niet onder de indruk van wat we aan het doen zijn. Voor alle duidelijkheid: het is goed dat we maatregelen genomen hebben met het MAP. Wij hebben die mee goedgekeurd en we zouden dat opnieuw doen.

Maar, zoals de heer Pieters ook zegt, is de vraag of we afspraken hebben als het niet voldoende is. We kunnen afwachten tot er onderzoeken zijn, maar als ik lees wat de Europese Unie nu al schrijft dan moeten we echt niet aarzelen. We mogen niet met de gezondheid van de Vlaming spelen, we moeten verdere actie ondernemen. Mijn vraag aan u is dus: hoe moet het nu verder? Wat gaan we doen? 

De voorzitter

De heer Dochy heeft het woord.

Bart Dochy (cd&v)

Ik was ook verrast toen de Europese Commissie plotseling de verdere stap zette naar het Hof van Justitie. Als ik de citaten hoor, is het ook wel bijzonder eigenaardig. Er wordt verwezen naar MAP 7, maar zij die het dossier volgen weten dat er technisch gezien nog geen MAP 7 is. Er is een aanpassing aan het Mestdecreet. Na het milieueffectenrapport komen we tot een actieplan, zoals de Nitraatrichtlijn voorschrijft. Het actieplan wordt pas rechtsgeldig gemaakt op het moment dat er ook een milieueffectenrapport is. Het zou mij dan ook bijzonder verwonderen mochten die slimme mensen van de Europese Commissie een voorafname doen op het milieueffectenrapport. Anders zeggen ze dat het milieueffectenrapport eigenlijk geen zin heeft.

Het milieueffectenrapport loopt momenteel nog tot eind februari. Er wordt hier al gesproken over de resultaten. De resultaten zouden reeds meegenomen zijn in een beoordeling van de Europese Commissie, maar het is er nog niet. Het NEMO-model (nutriëntenemissiemodel) zal dus een doorrekening maken van de maatregelen die in de aanpassing van het Mestdecreet staan. Men weet vooraf dat die negentien maatregelen niet allemaal doorgerekend kunnen worden. Er kunnen er maar een stuk of tien, elf doorgerekend worden.

Collega’s, toen we rond de tafel zaten voor het regeerakkoord is er duidelijk gezegd dat het complex was. We weten dat het niet mogelijk is om met het rekenkundig model te kijken wat het effect of het verwachte resultaat zal zijn van de voorgestelde of de te nemen maatregelen. Alles moet gemodelleerd worden naar dat model, maar de beste oefening die gemaakt kan worden is de meting in de praktijk.

Vandaar dat er duidelijk gezegd is: laat het nieuwe Mestdecreet even z’n gang gaan. Het is een afspraak tussen landbouw- en natuurorganisaties. Zoals de minister zei is: het is het strengste dat er ooit geweest is. Het is een Mestdecreet dat vertrouwen kan wekken bij de landbouwsector en bij de natuurorganisaties. Geef dat dan alsjeblieft de kans om even toe te passen.

De huidige resultaten, zoals in het laatste mestrapport opgenomen, zijn ook de beste sedert 2010. 82,5 procent van de punten zijn momenteel oké. Collega Schauvliege, dat is voor u waarschijnlijk een goed resultaat. 17,5 procent van de punten zijn vandaag nog problematisch. Is dat voldoende? Nee, dat is niet voldoende. Moet dat verbeteren? Ja, dat moet verbeteren. Daarom hebben de milieu- en natuurorganisaties en de landbouworganisaties een rondetafel georganiseerd en zijn ze op 7 maart 2023 tot een voorstel van aanpassing van dat mestbeleid gekomen.

Het is momenteel vertaald in een decreetsaanpassing. We hebben er samen aan gewerkt. Dit wordt doorgerekend in het milieueffectenrapport. Straks hebben we het resultaat van het milieueffectenrapport, er wordt daaromtrent een openbaar onderzoek georganiseerd. Niet alle maatregelen zullen doorgerekend kunnen worden, maar laat ons alsjeblieft toch eens kijken wat het effect is in de praktijk. Dat is ook afgesproken.

Als er negatieve elementen blijken uit het resultaat van de MER, is er ook afgesproken dat we rond de tafel kunnen zitten. Evident. Als we een consensus bereiken over bijkomende maatregelen, na consultatie van de Opvolgingscommissie Mestactieplan (OMAP), is er geen enkel probleem om dit meteen in de scope te nemen en daarover te spreken, maar we gaan toch alsjeblieft geen bijkomende maatregelen nemen voor we weten wat de effecten zijn van wat er hier vandaag voorgesteld en goedgekeurd is. Temeer omdat er blijkbaar door de Europese Commissie zomaar gezegd wordt dat het onvoldoende is. Zij moeten zelfs de resultaten van het MER niet afwachten.

Ik vind het een beetje eigenaardig. Ik hoop dat we toch enigszins de rust kunnen bewaren en dat er goede communicatie gevoerd kan worden met de Europese Commissie om te tonen dat het echt wel effectieve maatregelen zijn die genomen worden. De sector zal erachter staan, de natuursector staat erachter. Laat ons toch een keer kijken wat het effect daarvan is. 

Lydia Peeters (Open Vld)

Ik was eerst niet van plan om tussen te komen, maar naar aanleiding van uw opmerkingen doe ik het wel, mijnheer Dochy. U zegt dat we allemaal even rustig moeten afwachten totdat we die hele MER-procedure hebben doorlopen. Maar we zien toch wel dat de Europese Commissie vandaag zegt dat er een sense of urgency is. Op dit ogenblik wordt er niet voldaan aan de Nitraatrichtlijn en dus gaan we over tot actie. In die zin denk ik niet dat het een goede zaak zou zijn om nu zonder meer te beslissen om nog wat achterover te leunen en te bekijken hoe het verder kan.

U verwijst naar de overeenkomsten in 2023. Maar nadien is er nog heel veel water door de Maas gegaan, zoals ze bij ons zeggen. Er is alleszins toch nog wel een en ander gebeurd. Ik herhaal dat de Europese Commissie nu klaarblijkelijk van oordeel is dat er niet wordt voldaan aan de verplichtingen van de Nitraatrichtlijn. In die zin denk ik dat het toch niet kan zijn dat we gewoon achteroverleunen.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega’s, ik zal uit het verzoekschrift nogmaals meegeven hoe de regels van Europa ter zake zijn. “Het is vaste rechtspraak dat het bestaan van een niet-nakoming wordt beoordeeld op basis van de situatie waarin de lidstaat zich bevond aan het einde van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn en dat het Hof met sedertdien opgetreden wijzigingen geen rekening kan houden.” Dat staat ook heel duidelijk gestipuleerd in dat verzoekschrift.

Collega’s, als er één dossier is geweest dat we van bij de start met beide handen hebben aangegrepen vanwege de situatie zoals ze is op het terrein en vanwege de overtuiging dat elke sector – ook de landbouwsector – zijn verantwoordelijkheid te spelen en op te nemen heeft in de verbetering van de waterkwaliteit, dan was dat uitvoering geven aan MAP 7. In het parlement werd dat in december al gerealiseerd. (Opmerkingen)

Het decreet, mevrouw, om het mogelijk te maken om daar stap voor stap uitvoering aan te geven.

Wat het milieueffectrapport betreft, was het heel duidelijk ten tijde van de regeringsonderhandelingen. Ik weet heel goed hoe gevoelig dat was. Het MER, maar ook de evaluatie op het terrein, die twee zaken samen, dat was heel duidelijk de afspraak die we daar hebben gemaakt. Ik wil dat nogmaals benadrukken.

Wat het MER betreft, weten we dat dat die modelberekeningen inderdaad niet alles kunnen doorrekenen. Als het gaat over een negentiental maatregelen, zijn het er een zevental die niet kunnen worden doorgerekend. Ik kan alleen maar herhalen dat het pakket aan maatregelen dat hier op tafel ligt en dit jaar in uitvoering kan gaan, het strengste ooit is. Het zijn wel degelijk maatregelen die de waterkwaliteit zullen verbeteren. We moeten die MAP-meetpunten evalueren en we hebben ook verantwoordelijkheden in andere delen van de sector. Collega’s, ik vind het heel belangrijk om dat hier nogmaals onder uw aandacht te brengen.

Wij zeggen vandaag dat de landbouwsector een strategische sector is en mee de handschoen moet opnemen om te ondernemen in een ‘dense’ omgeving in Vlaanderen. Vandaag hebben ze heel veel opdrachten. Het gaat over stikstof en over de waterkwaliteit. Zij nemen daar vandaag een heel grote verantwoordelijkheid in, collega's. De uitvoering van dit mestbeleid zal daar, wat mij betreft, een heel belangrijk onderdeel van blijven en zijn.

Er was nog een vraag over de concrete timing van het MER. Het moet nu in openbaar onderzoek gaan. (Opmerkingen van Andy Pieters)

Nee, het wordt afgewerkt. De richtdatum is einde maart. Dan moet het nog in openbaar onderzoek gaan.

De concrete vraag van collega Coel ging over de kaderrichtlijn Water.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, ik moet eerlijk toegeven dat ik in dit dossier van de ene verbazing in de andere val. Er is onderhandeld tussen de landbouworganisaties en de natuurbeweging om stappen vooruit te zetten inzake mestbeleid. Er is een akkoord gekomen op voorwaarde dat het zou worden geëvalueerd. De evaluatie is gevoerd en daaruit bleek dat de maatregelen onvoldoende waren om echt grote stappen vooruit te zetten.

In december hebt u parlementsleden een MAP, een decreet in de plenaire vergadering laten brengen om al een deel van de maatregelen uit te voeren. En u beweert nu dat dat voldoende zal zijn en dat u daarmee aan de slag kunt gaan, terwijl de Europese Commissie nu al heel duidelijk aangeeft dat dit totaal onvoldoende is. Bovendien liegt u er nog eens over in het parlement, want u hebt tot twee keer toe niets vermeld van die maatregelen, terwijl er expliciet naar werd gevraagd.

Minister, ik vind dat een minister onwaardig. Ik vind dat een omgevingsbeleid onwaardig. En vooral helpt u daar niemand mee, want daarmee verkrijgen we geen proper water in onze rivieren en daarmee zetten we de landbouwers op het verkeerde been. Minister, kijk eens grondig naar dat verzoekschrift en pas uw beleid aan, zodat we eindelijk stappen zetten in de richting van propere waterresten. Dat is het enige waarmee we iedereen mee zullen vooruithelpen, zowel de landbouwers als de Vlaming die moet leven van dat water in de rivieren. Ik verwijs naar bijvoorbeeld het drinkwater waar er ook tal van problemen mee zijn, maar dat is een andere discussie.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 

 


  Nieuwsflash
 
Vlaams landbouwbeleid gunstiger voor kleinere landbouwbedrijven Lees meer
 
 
Dagvaarding EC bij het Hof van Justitie voor een falend mestbeleidLees meer
 
 
De Natuurherstelwet en de optie om in te schrijven op alle mogelijke uitzonderingenLees meer
 
 
Nieuwe praktische wegwijzer Stikstofdepositie Lees meer
 
 
De uitrol van pocketvergistersLees meer
 
 
Naleven van maatregelen voor bioveiligheid bij controlesLees meer
 
 
Tienduizend ondernemers dreigen duizenden euro aan coronasteun te moeten terugbetalenLees meer
 
 
Vlaams Rampenfonds inschakelen voor getroffen PFOS-landbouwbedrijvenLees meer
 
 
Waterlopen - afstandsregels conditionaliteit en mogelijkheden ecoregelingen Lees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2025 is van start gegaan Lees meer
 
 
Plaatsen waar masten Ventilus komen zijn bekendLees meer
 
 
Oorlogsschade Oekraïense landbouw loopt in de tientallen miljarden Lees meer
 
 
België steunt onder voorbehoud Europees voorstel over nieuwe GGO-techniekenLees meer
 
 
Europese Commissie maakt opnieuw gehakt van de Vlaamse mestplannen Lees meer
 
 
Beslissing over de schorsing van de producten op basis van prosulfocarb Lees meer
 
 
IPM richtlijnen checklist 2025Lees meer
 
 
Erkenning overstroming van 2-5 januari 2024 als ramp Lees meer
 
 
Graanvergaderingen voorjaar 2025 Lees meer
 
 
Water vasthouden met stuwen: types, eigenschappen en checklist Lees meer