De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Minister, beste collega’s, vlas is iets waarvoor wij vandaag soms weinig aandacht hebben, maar het heeft ook voor een stuk met onze geschiedenis te maken. Het heeft te maken met de rijke tradities in Vlaanderen, vooral ook in de regio waarvan ik afkomstig ben. Maar vandaag is vlas ook duurzaam en innovatief. Het is een gewas dat de jongste jaren toch wel weer wat opgang gemaakt heeft, maar de commerciële uitstraling van het vlas is dus meestal onderbelicht. In de mode-industrie slagen bepaalde materialen erin om een sterk imago op te bouwen, vaak ondersteund door branding en storytelling. In de voedingssector, de sierteelt en de tuinaanleg heeft Vlaanderen met initiatieven zoals het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) bewezen hoe gerichte campagnes de waarde van streekproducten kunnen versterken.
Minister, in uw beleidsnota lezen we: “De landbouw produceert niet alleen voedsel en voeder, maar ook biogrondstoffen voor materiaaltoepassingen. Denk maar aan hennep, vlas of miscanthus. Om onze economie koolstofneutraal te maken, is de transitie van fossiele grondstoffen naar alternatieve bronnen en hernieuwbare grondstoffen – zoals biogrondstoffen – van prioritair belang. Deze bio-economie zorgt voor nieuwe economische kansen voor de landbouw in Vlaanderen. De ontwikkeling van nieuwe waardeketens is de focus van onderzoek en beleidsondersteuning.”
Minister, op welke manier wilt u werk maken van het geven van nieuwe economische kansen aan deze biogrondstoffen? Welke initiatieven wil de Vlaamse Regering nemen om vlas als Vlaams topproduct sterker te positioneren en te promoten, zowel in binnen- als in buitenland? Plant u in de nabije toekomst een gerichte marketingcampagne om vlas opnieuw op de kaart te zetten als toekomstgericht en duurzaam materiaal?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega. Laat me voor ik uiteenzet hoe ikzelf hieraan werk, even verwijzen naar de nieuwe Europese visie op landbouw en voeding. Daarover hebben we het vandaag gehad. In die visie wordt ook gewezen op het belang van de bio-economie in de toekomst, voor een duurzame landbouw, maar ook als een nieuwe inkomstenbron voor de landbouwers. De bio-economie maakt de valorisatie van agrarische reststromen, bijvoorbeeld biogas, mogelijk en kan ook de rol van de primaire producent in de waardeketen versterken.
Hoe maak ik hier zelf werk van? Ten eerste, een aantal van die teelten voor materiaaltoepassingen krijgen momenteel binnen het landbouwbeleid al een financiële ondersteuning. Zo krijgt een landbouwer die hennep teelt, volgens de voorwaarden in de eenjarige ecoregeling ecoteelten 230 euro per hectare. Voor de teelt van miscanthus en korteomloophout via de vijfjarige agromilieuklimaatmaatregel ecoteelten gaat dat zelfs over 600 euro per hectare. Deze ondersteuning heeft als doel de ketenontwikkeling rond deze biogebaseerde teelten de tijd te geven om zich te kunnen ontwikkelen en daarbij vooral de early adopters onder de landbouwers over de streep te trekken om met die teelten aan de slag te gaan. Die maatregel is voor hennep ook zeer succesvol, met een stijging van het areaal van 18 hectare in 2022 naar 373 hectare in 2024. Vezelvlas valt niet onder die ecoregeling, omdat dit met bijna 4500 hectare in de verzamelaanvraag al een stevig areaal omvatte in 2024 en de keten op zich niet meer ontwikkeld hoeft te worden.
Ten tweede, de B2BE Facilitator, de matchmaker in de bio-economie die in het kader van het beleidsplan bio-economie is ontwikkeld, brengt Vlaamse landbouwers samen met industriële partners, en omgekeerd, rond groene innovaties in de bio-economie. In het verleden hebben zij al gewerkt rond de valorisatie van vlaslemen, een nevenstroom in de vlasverwerking, om die teelt nog rendabeler te kunnen maken.
Ten slotte ondersteun ik Vlaanderen Circulair, samen met de minister-president in zijn hoedanigheid als Vlaams minister van Economie en Innovatie. Binnen Vlaanderen Circulair, dat is ingebed bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), wordt ook gefocust op onder andere op het stimuleren van biogebaseerd bouwen.
Verder ondersteun ik allerlei onderzoek en samenwerkingen die inzetten op biogrondstoffen. Zo staat momenteel de oproep open voor het indienen van projectvoorstellen voor operationele groepen in het kader van de Europese innovatiepartnerschappen of European innovation partnerships (EIP’s). Zeker het eerste thema dat dit jaar naar voren is geschoven, biedt kansen voor de teelten voor de biogebaseerde economie en focust op samenwerking in de keten voor klimaatmaatregelen. Dit biedt schitterende opportuniteiten voor de bio-economie, en ik hoop dat de sectoren en spelers in de bio-economie ook van die mogelijkheid zullen gebruikmaken om tal van projectvoorstellen in te dienen.
Binnen de werking van VLAM wordt niet actief ingezet op de promotie van vlas. De enige niet-eetbare producten die VLAM promoot, betreft de sectoren van de sierteelt, de tuinaanleg en de pootaardappelen. Vlasproducenten betalen ook geen bijdrage aan VLAM. Er liggen geen vragen voor om dat in de nabije toekomst te wijzigen.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Dank u wel, minister. Het is ongelooflijk waar vlas als product zoal in te terug te vinden is en waar het allemaal voor kan worden gebruikt. Ik weet niet of u daarvan op de hoogte bent, maar bijvoorbeeld een Amerikaans dollarbiljet, dat nu misschien een beetje in waarde daalt, is onder andere met vlas gemaakt. Daar zit vlas in. Ongelooflijk. In de eurobiljetten vooralsnog niet. Het is misschien een optie om dat wel te doen.
Het is goed dat het ondersteunen van projecten wordt bekeken om dit nog beter te kunnen valoriseren, want het areaal waar vlas wordt geteeld in Vlaanderen, is de jongste tientallen jaren toch wel een groeiend areaal. Dank u wel, dus, om hier in elk geval verder aandacht aan te besteden.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.