De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
In een rapport van BioForum dat in november vorig jaar werd gepubliceerd, staat de vraag centraal of we door massaal over te schakelen naar biolandbouw de wereld kunnen redden. Volgens de initiatiefnemer is het rapport gebaseerd op wetenschappelijke studies die de voordelen van biologische landbouw voor biodiversiteit, waterkwaliteit en gezondheid aantonen.
Professor Keulemans van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de KU Leuven plaatst hier echter kritische kanttekeningen bij. Hij klaagt aan dat de wetenschappelijke onderbouwing tekortschiet doordat het rapport gedateerde, selectieve of verkeerd geïnterpreteerde studies aanhaalt. Hij schreef daarover een opiniestuk dat verscheen op de website van het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT). Professor Keulemans merkt onder andere op dat in het rapport de kans wordt gemist om voedselproductie globaal te bekijken. Hij stelt dat Vlaanderen geen eiland is. Daarnaast haalt hij een aantal wetenschappelijke fouten aan, zoals een zware onderschatting van de productiekloof tussen bio- en reguliere landbouw, niet-correcte cijfers over voedselverspilling en de foute stelling dat gewasbeschermingsmiddelen geen impact zouden hebben op de omgeving. Ook de veelgehoorde stelling dat biovoeding per definitie gezonder zou zijn dan regulier geteelde voeding, wordt betwist.
Wat niet wordt tegengesproken, is dat biolandbouw enkele interessante kenmerken heeft die op het eerste gezicht bijdragen tot duurzaamheid. De duurzaamheid wordt dan weer negatief beïnvloed door de lagere productiviteit en de nood aan meer landbouwareaal om dezelfde hoeveelheid voedsel te telen. De professor trekt zelfs de opmerkelijke conclusie dat een opschaling van biolandbouw dermate veel extra landbouwareaal nodig zou hebben dat het ten koste kan gaan van bosareaal, en dat meer landbouwgebruik voor biolandbouw een netto biodiversiteitsverlies van ongeveer 70 procent zou betekenen.
Mijn vragen zijn dan ook de volgende. Welke conclusies trekt u, minister, uit het rapport ‘Bio kan de wereld redden’ van BioForum? Deelt u de kritieken van professor Keulemans over het rapport? Hoe haalbaar is een massale overschakeling van reguliere naar biolandbouw in Vlaanderen? Kreeg het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) de opdracht om na te gaan in welke mate de stelling klopt dat biovoeding gezonder is dan regulier geteelde voeding? Is er al berekend wat de impact zou zijn van een grootschalige omschakeling van reguliere naar biolandbouw op ons landbouwgebruik, onze voedselproductie en de biodiversiteit?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
De boodschappen die ik onthoud uit het rapport, zijn de volgende. Beleidsmatig is het belangrijk een systeembenadering te hanteren, wat inhoudt dat oplossingen op het vlak van het duurzaamheidsaspect – of het nu technologische oplossingen zijn dan wel een nieuwe praktijk of aanpak – dienen te worden getoetst aan andere duurzaamheidsdoelen. Met deze holistische manier van werken is bio gericht op langetermijnoplossingen. Enkel oog hebben voor hogere productie is voorbijgestreefd. Hoge productie of productiviteitsstijging kan soms zorgen voor negatieve ‘trade-offs’, wat een negatieve weerslag heeft op de landbouwsector op de langere termijn.
Het rapport nodigt opnieuw uit tot een integrale kijk, waar de productie in evenwicht is met de omgeving om op lange termijn voedselproductie te garanderen. Zo draagt het bij aan duurzame, geïntegreerde oplossingen. Het rapport geeft aan dat bio allround de beste leerling is van de klas op het vlak van ecologische duurzaamheidsaspecten, maar dat wil niet zeggen dat biolandbouw de beste leerling is van de klas voor elk duurzaamheidsaspect op zich. Dat betekent ook dat biolandbouw tot nu niet altijd en overal het antwoord is op alle uitdagingen in de sector.
Het rapport nodigt uit om de aangehaalde en beschikbare data rond bio en de impact op verschillende ecosysteemdiensten, verder te bestuderen. Dat zullen we dan ook doen. De biologische sector is vaak een voorloper, een inspiratiebron voor velen.
Ik deel de visie van professor Keulemans dat, gegeven de huidige opbrengsten per hectare van biolandbouw in vergelijking met conventionele landbouw, het niet de ambitie kan zijn om een switch te maken naar 100 procent biolandbouw. Dat is ook nooit mijn bedoeling geweest. Er is momenteel op geen enkel beleidsniveau de ambitie om tot een totale shift te komen naar 100 procent bio. Dat is trouwens ook niet de ambitie van BioForum zelf, en met goede reden, denk ik. Het streefdoel in Vlaanderen is 5 procent van het landbouwareaal en de ambitie om te groeien tot 5 procent biologische landbouwbedrijven. Volgens de cijfers van 2023 maken de bioboeren bijna 3 procent uit van het totaal aantal bedrijven met landbouwproductie en bedraagt het areaal nog maar 1,6 procent van het totale Vlaamse landbouwareaal. Er is dus nog wel wat groeipotentieel.
Vlaanderen kent vele landbouwproductiesystemen en elk van die systemen heeft zijn voor- en nadelen. Dat geldt ook voor de biologische landbouw. Het grondgebruik zal iets groter zijn, de biodiversiteitimpact iets kleiner. De lagere efficiëntie van de biolandbouw zorgt wel vaak voor een hoger dierenwelzijn, maar ook voor een hogere broeikasgasuitstoot per kilo eindproduct. Die oefening kunnen we voor elk landbouwproductiesysteem maken. Bio moet dus niet per se pretenderen de wereld te voeden. De biologische sector heeft, ook zonder de ambitie om de wereld te willen voeden, op zijn eentje al genoeg troeven om de steun van Vlaanderen te verdienen.
Die massale omschakeling waarnaar u vraagt, doet zich dus niet voor. Noch in het Europese beleid, noch in het Vlaamse beleid is er een doelstelling voor een massale omschakeling. Het is zaak om onze Vlaamse land- en tuinbouw te stimuleren om op de vraag in te spelen en de vraag niet enkel via import uit naburige landen te laten invullen. Het doorrekenen van een dergelijke massale omschakeling lijkt me niet zinvol. Er is niemand vragende partij voor een massale omschakeling, het blijft dus per definitie een theoretische oefening. ILVO heeft voorts ook geen vraag ontvangen over een onderzoek naar de gezondheid van biologische voeding.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Natuurlijk staat het BioForum vrij om te publiceren wat ze willen, maar ik denk vooral dat de mensen, de inwoners, nood hebben aan juiste informatie en niet aan tegenstrijdige signalen. Wat dat betreft is het van belang dat de overheid de mensen ook juist informeert. Het lijkt nu soms alsof biovoeding veel beter en gezonder zou zijn. Dat kan polarisatie veroorzaken ten aanzien van andere landbouwproducten, en dat kunnen we allemaal missen als kiespijn. Daarom is het belangrijk dat de Vlaamse overheid zelf correcte, evidencebased informatie verstrekt over biolandbouw en dat het duidelijk is dat het zeker niet de intentie is om biolandbouw massaal op te schalen, zeker niet als we kijken naar het verhaal dat het een enorme impact zou hebben op het landbouwareaal.
We weten vandaag dat biolandbouw nog altijd een niche is, die sowieso haar merites heeft. Biolandbouw kan bijdragen aan een verdere verduurzaming van onze landbouw en ook economisch kan het zorgen voor het zoeken naar rendabele businessmodellen. Tegelijkertijd blijft het kwetsbaar. Toekomstgericht moeten we kijken hoe we daar verder op kunnen inzetten. Biolandbouw heeft zijn verdiensten, maar wanneer er meer wordt geproduceerd binnen de biolandbouw, stort het businessmodel vaak in elkaar. Ik ben blij met uw antwoord, maar juiste informatie naar de buitenwereld blijft essentieel.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Ik kan alleen nogmaals bevestigen dat wij aandacht hebben voor juiste informatie over de producten van onze land- en tuinbouw. Dat doen we onder andere via het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketingde (VLAM), als het gaat over de voedingsproducten. Daar hebben ze ook aandacht voor bioproducten. Ik ben er gerust in dat we vanuit de overheid de juiste informatie verstrekken over de heerlijke producten van bij ons.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.