Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten

 26 mrt 2025 19:33 

Klachten over de overlast veroorzaakt door bevers


Vraag om uitleg over de klachten over de overlast veroorzaakt door bevers
van Leo Pieters aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Minister, in de vraag staat dat het over de gemeente Dilsen-Stokkem gaat, maar ook uw eigen gemeente heeft te maken met de overlast die wordt veroorzaakt door dammenbouw van bevers in de lokale beken. Naar verluidt breken de stadsdiensten de dammen af wanneer de nood het hoogst is, maar de dieren slagen er vaak tijdens de nacht in om de dam weer op te bouwen. De gemeente stelt openlijk de vraag hoelang die bever nog moet worden beschermd.

Een gelijkaardig signaal komt er vanuit de provincie Vlaams-Brabant, waar de gedeputeerde bevoegd voor het waterbeheer de situatie in Overijse aanklaagt. Daar stelt men dat het aantal dammen dat schade veroorzaakt, jaarlijks toeneemt. Indien men moet ingrijpen, moet er een vergunning worden aangevraagd bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Men klaagt vooral het tijdrovende proces aan in situaties waarin men kort op de bal moet kunnen spelen.

In een artikel verschenen ook cijfers: sinds 2014 betaalde de Vlaamse overheid al 464.389 euro uit om schade te compenseren. Daarnaast swingen ook de beheerskosten voor de waterbeheerders de pan uit. In 2015 bedroegen die 42.000 euro. In 2023 ging het al om 734.000 euro. Dezelfde waterbeheerders geven ook aan dat de situatie niet langer houdbaar is.

Sinds het opstellen van de vraag hebt u al gereageerd. In een reactie aan VRT NWS hebt u laten weten open te staan voor een bijsturing, maar het gaat ook al verder.

Ik ga toch mijn vragen stellen. Kunt u de geciteerde cijfers bevestigen of aanvullen?

Hoe verloopt de procedure indien overheden of andere instanties maatregelen willen nemen om schade te voorkomen of – letterlijk – in te dammen?

Is er een voorafgaandelijke vergunning nodig voor het opruimen van hindernissen, zoals beverdammen?

Hoeveel van dergelijke vergunningen heeft het ANB de laatste drie jaar tot eind 2024 uitgereikt? Wat is de doorlooptijd tussen aanvraag en uitreiking? Moet er bij elke nieuwe dam op dezelfde beek of plaats een nieuwe aanvraag gebeuren?

Hoe kan de procedure worden versneld of vereenvoudigd?

Acht u de bescherming van de bever in heel Vlaanderen nog steeds opportuun? Welke initiatieven neemt u desgevallend?

Welke maatregelen zult u verder nemen om op de vragen van de betrokken belanghebbenden in te gaan?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega. De geciteerde cijfers kloppen inderdaad. Hoewel het totaalbedrag aan uitbetaalde schadevergoedingen van jaar tot jaar verschilt, zagen we de afgelopen jaren niet echt een toenemende trend. Dit is hoofdzakelijk te danken aan de inspanningen van de waterbeheerders. Aangezien de beverpopulatie jaarlijks toeneemt, nemen ook de inspanningen toe om de schade onder controle te houden. Ik denk dat we op een punt gekomen zijn dat we dit toch kritisch mogen bekijken.

De bever is vandaag, ondanks de stijgende populatie, nog steeds een strikt beschermde soort. Wenst men actief in te grijpen op die beverpopulatie door bijvoorbeeld dammen of burchten af te breken, dan moet hiervoor bij het ANB een afwijking op het Soortenbesluit worden aangevraagd. Het ANB toetst de aanvraag dan aan de voorwaarden van het Soortenbesluit.

Het soortenbeschermingsprogramma voor de bever, dat in januari vorig jaar nog werd verlengd, bevat een afzonderlijke regeling voor waterbeheerders en binnen bepaalde bestemmingen zoals woongebied, industriegebied en agrarisch gebied. Binnen die bestemmingen kan de waterbeheerder dammen afbreken zonder nog eerst langs het ANB te passeren. Uiteraard zijn er ook dan wel bepaalde voorwaarden te volgen, maar dat is de afgelopen jaren vlot verlopen.

Concreet betekent dit dan dat enkel voor dammen in ruimtelijk kwetsbaar gebied, VEN-gebied (Vlaams Ecologisch Netwerk) en speciale beschermingszones (SBZ’s) door de waterbeheerder nog een afzonderlijke afwijking dient te worden aangevraagd. Om de administratieve lasten te beperken, worden door het ANB de waterlopen waar damafbraak noodzakelijk is, zo veel mogelijk gebundeld in één vergunning per waterbeheerder. Die vergunningen hebben een looptijd van één jaar, zodat niet per afbraak een vergunning dient te worden gevraagd.

In 2022 werden 25 vergunningen verleend, in 2023 26 vergunningen en in 2024 39 vergunningen. Ik moet hier wel aan toevoegen dat deze cijfers eigenlijk weinig zeggen omdat één vergunning meerdere waterlopen kan bevatten.

De doorlooptijd voor dergelijke afwijkingsaanvragen is vastgelegd in het Soortenbesluit, met name in artikel 22. Dit is twintig werkdagen voor een normale behandeling en vijf werkdagen voor een spoedprocedure. In geval van dreigende schade behandelt de administratie die vragen volgens de spoedprocedure.

Deze spoedprocedure in beschermde gebieden en de generieke vergunning uit het soortenbeschermingsprogramma daarbuiten garandeert reeds een vlotte behandeling. Ik denk niet dat dit nu sneller hoeft. Wel kan het eventueel efficiënter door de zones die onder de generieke vergunning vallen, te verruimen waar mogelijk.

We mogen niet vergeten dat de bever niet alleen voor overlast zorgt, maar uiteraard ook een nuttige rol heeft. Dat is niet alleen op het vlak van biodiversiteit, maar ook en niet het minst in het kader van de klimaatadaptie. De bever mildert bijvoorbeeld de effecten van langdurige droogteperioden, vult de grondwatertafel aan en helpt ook bij het bergen van overvloedige neerslag.

Maar Vlaanderen is een dichtbevolkte regio; dat is intussen genoegzaam bekend. Om het duurzaam samenleven met de bever te verzekeren, is het dus nodig om een evenwicht te vinden tussen de strikte beschermingsstatus en het vermijden van overlast en schade. Ik heb het gevoel dat we hier moeten bijsturen.

Daarom heb ik mijn administratie, in overeenstemming met een reeds voorziene actie uit het soortenbeschermingsprogramma, de opdracht gegeven versneld werk te maken van een gebiedsgericht plan waarbij schade en overlast door de bever gedifferentieerd wordt behandeld.

Dit betekent, ten eerste, het afbakenen van kerngebieden waarbinnen een strikte bescherming voor de bever geldt. Ten tweede zijn er daarbij aansluitend de maatwerkgebieden. Dat is een evolutief gebeuren: die gebieden kunnen wijzigen. Het gaat om het afbakenen van maatwerkgebieden waar een individuele beoordeling van schade- en overlastsituaties kan plaatsvinden, samen met die waterbeheerders, met aandacht voor de verschillende actoren, zoals de landbouw. Buiten die kerngebieden en maatwerkgebieden worden probleemsituaties vlot doch proportioneel aangepakt.

De uitrol van die gebiedsgerichte aanpak zal een beperking van de inspanningen en dus ook van de kosten van de waterbeheerders met zich meebrengen, en zal het draagvlak voor de bever alleen maar ten goede komen.

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt het over de maatwerkgebieden en de kerngebieden. Op zich is dat een goede zaak.

Wat de bever betreft, heb ik geen probleem met het beest op zich. Het is een prachtig beest. Maar zoals u zegt, zijn we hier in Vlaanderen nogal beperkt qua oppervlakte. De groei van de populatie is exponentieel, als het een beschermde diersoort blijft. De populatie groeit nu al ongeveer twintig tot 25 jaar. Het is begonnen met enkele koppels, maar is exponentieel gegroeid. Er moet proactief toch iets worden opgelost, want dat kan niet blijven groeien. De ruimte is beperkt.

Hoe gaat u daarin te werk? Zult u daar nog maatregelen nemen, om iets te doen aan de populatie? Ze verplaatsen helpt niet, want de beestjes komen gewoon terug. Dammen afbreken helpt ook weinig tot niet, want op heel korte tijd kunnen ze weer opbouwen. Op een tot twee nachten hebben ze dat weer voor mekaar. Hoe zult u dat in de toekomst indijken?

De voorzitter

Mevrouw Van Olmen heeft het woord.

Mien Van Olmen (cd&v)

Collega’s, ik vernam van Natuurpunt dat er nog ruimte voor verbetering zou zijn op het vlak van coördinatie. Zelf hebben ze vaak weet van bevers, vermoedelijk is dat ook zo bij het ANB en bij de waterbeheerders. Volgens hun info lijkt er op het terrein echter weinig uitwisseling van informatie te zijn. Ik verwijs naar een concreet voorbeeld dat zij aanhalen. Er is een bepaald natuurgebied waar de rattenvangers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) met hun kano’s een heel goed zicht en een goede kennis hadden van de waterloop en op een beverburcht stootten waarvan de andere terreinbeherende verenigingen van dat natuurgebied geen weet hadden.

Minister, klopt het dat er nog verbetering mogelijk is? Stroomt die informatie voldoende door naar derden? Indien niet, is er een plan van aanpak om die coördinatie te verbeteren?

De voorzitter

Mevrouw Van Looy heeft het woord.

Sanne Van Looy (N-VA)

De terugkeer van de bever hebben we te danken aan het natuurherstel en de verbeterde waterkwaliteit. We moeten zeker de positieve keerzijde van de medaille onder de aandacht brengen. Die mogen we zeker niet weggooien. Dat gaat echter uiteraard met uitdagingen gepaard, want de bever zet graag zijn tanden in dingen, en dat zorgt soms voor schade. Ook in Malle hebben wij schade gezien van de bever. Dat is best indrukwekkend. Maar soms lijkt het ook erger dan het is. Waar de bever is en voor weinig of geen schade zorgt, moeten we hem vooral veel ruimte laten.

Minister, in oktober hebt u aan uw administratie de opdracht gegeven om versneld werk te maken van een integrale visie. Uit uw uitleg begrijp ik dat dat er deel van uitmaakt. Of zijn er nog andere maatregelen die u zult onderzoeken in het kader van het beheer van de bever? 

De voorzitter

De heer Verduyckt heeft het woord.

Kris Verduyckt (Vooruit)

Ik wil graag aansluiten bij de vorige spreekster. Wat er gebeurt, is simpel. We hebben overbejaging gehad, milieuvervuiling en verkleining van de habitatgebieden. Dat heeft ervoor gezorgd dat een aantal inheemse soorten, zoals de wolf, de bever en de otter, uit onze gebieden verdwenen zijn. De laatste decennia is er heel veel geïnvesteerd in ontsnippering en grotere natuurgebieden. We hebben geïnvesteerd in de waterkwaliteit. Het gevolg daarvan is dat die diersoorten inderdaad zijn teruggekomen. Eigenlijk moeten we daar heel fier op zijn, want dat betekent dat er goed is gewerkt.

En ja, goed, dat zal inderdaad hier en daar soms wat overlast geven. Ik vind het dan bijzonder jammer dat men in eerste instantie meteen begint te morrelen aan de beschermingsstatus van die dieren. We moeten vooral bekijken hoe we kunnen samenleven met die diersoorten die hier ook een thuis hebben. Want als u het echt een prachtig beest vindt, dan vind ik het wel jammer dat uw eerste vraag erover meteen een is om te zeggen dat we de bescherming van het dier moeten inperken. Wat dat betreft, moeten we eerder kijken naar hoe we met die inheemse soorten kunnen samenleven. Ze hebben hier in het verleden geleefd en ze moeten dat in de toekomst ook kunnen doen, vinden wij.

De voorzitter

De heer Dochy heeft het woord.

Bart Dochy (cd&v)

Er wordt nogal de loftrompet gestoken over de terugkeer van de bever, maar ik denk dat iedereen wel weet hoe de bever hier teruggekomen is: via rewildingprojecten, niet spontaan uit de natuur ontsproten. Hij was hier in de middeleeuwen. Hij is inderdaad een tijd weggeweest en is nu teruggebracht. Hij is niet zomaar teruggekomen. Dat kunnen we ook van andere diersoorten vermoeden. Maar enfin, dat is iets anders.

Maar in elk geval: wanneer er hier een diersoort aanwezig is die geen of zo goed als geen natuurlijke vijanden heeft, dan zal die op een bepaald moment tot problemen leiden. Ik denk dat dat is wat terecht door collega Pieters wordt aangegeven. Ik denk dat het noodzakelijk is om te bekijken hoe ook deze soort – hoe mooi u ze ook mag vinden, collega Pieters – op bepaalde momenten voor disproportionele overlast zorgt. Dit moet worden aangepakt. Laten we eerlijk zijn: in onze dichtbevolkte omgeving moet dit structureel worden aangepakt.

Minister, ik hoop dat er inderdaad niet gewacht wordt tot er zich overmatige of nog meer overmatige problemen voordoen. Ik stel alleen vast dat de bever zich de jongste jaren ook wel in West-Vlaanderen manifesteert. Hij rukt op van het oosten naar het westen, en dit is op termijn natuurlijk problematisch.

Lydia Peeters (Open Vld)

Minister, ik wil zelf ook even tussenkomen.

Ik denk dat de heer Pieters hier terecht bekommernissen uit over wat er zich afspeelt, zeker in de Maasvallei. Mijnheer Verduyckt, misschien speelt dat veel minder in Noord-Limburg. Zoals u zegt, is het alleszins goed dat de bever terug is, maar hij veroorzaakt toch ook heel wat schade. En het gaat dan niet alleen om schade aan tuinen, wanneer er een dam wordt gebouwd in bepaalde beken, bepaalde rivieren. Als ik zie hoeveel bomen er bij ons, in het gebied Negenoord, worden gerooid op één nacht tijd … Je ziet duidelijk de potloodslijpers in de bomen. De bever vraagt geen kapvergunning aan. (Gelach)

Het is een wel heel triestig beeld dat je dan te zien krijgt. We zouden beroep kunnen aantekenen dat hij dat doet zonder kapvergunning.  Ik wil maar meegeven dat het een heel triest beeld is, wanneer je daar een dag later komt en je ziet daar al die ‘potloden’ liggen omdat daar een aantal bevers actief zijn geweest.

Wat moeten wij doen? Overal een draad spannen rondom die bomen, opdat geen bever daar verder nog bomen kan kappen. Ik wil maar aangeven dat het wel degelijk een serieuze problematiek is.

Er is iets waarover ik mij bijkomend zorgen maak, minister, en ik hoop dat u dat zeker ook ter harte neemt. Die bever gaat niet alleen bomen kappen, maar bouwt inderdaad ook dammen en burchten, en vooral burchten die gebouwd worden ter hoogte van onze dijken. Ik verwijs naar de Maasdijk, die er in 2022 nog voor heeft gezorgd dat niet heel Maaseik overspoelde. Vooral dat is een heel belangrijk aspect. Ik weet dat de mensen van De Vlaamse Waterweg daar altijd goed naar kijken, maar als die burchten volledig ondergronds aanwezig zijn, zie je ze niet, maar kunnen ze bij hoog water wel zorgen voor calamiteiten.

Ik was blij met uw aanpak om te kijken naar die kerngebieden en die maatwerkgebieden, maar ik denk dat we ook waakzaam moeten zijn voor onze bestaande infrastructuur. We moeten waakzaam zijn voor onze bomen, maar zeker voor onze bestaande infrastructuur. De burchten van de bevers mogen niet nog meer schade veroorzaken.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dat is het voordeel van in hetzelfde gebied te wonen als twee vraagstellers. Als ik uit mijn tuin kijk, zie ik de bever nagenoeg bezig. De bever is een zeer actief beestje. Het is best wel indrukwekkend waartoe hij in staat is op één nacht. Dat mag wel gezegd.

Het is natuurlijk de ambitie om met dat prachtige dier samen te leven. Maar hij is op korte tijd inderdaad op het niveau gekomen van een staat van instandhouding die van die populatie verwacht wordt. We zien dat die schade op het terrein toch aanzienlijk kan zijn.

Dat was natuurlijk ook de aanleiding om het geweer wat van schouder te veranderen en het plan wat bij te sturen. We hebben de visie om naar kerngebieden te gaan, grote aaneengesloten blokken natuur, waarin hij als het ware vrij kan en mag gedijen. En daarnaast zijn er de maatwerkgebieden die samen met die waterbeheerders worden afgebakend. Want Vlaanderen is een verweven gebied. Die gebieden kunnen, zoals ik daarstraks heb gezegd, verschuiven in de tijd. Daar is het natuurlijk wel mogelijk om maatregelen te nemen, en zeker in de overige gebieden. Je hebt je kern, met de maatwerkgebieden daarrond en dan al de rest in Vlaanderen. Als daar hele industrieterreinen, agrarisch gebied of zelfs woongebieden onder water komen te staan, dan is dat niet de bedoeling. Dan grijpen we in en nemen we maatregelen tot het verplaatsen van de bever. Alle maatregelen zijn dan mogelijk.

Om te focussen op de ambitie om dat samenleven in het dichtbebouwde Vlaanderen mogelijk te maken, zijn dit soort van maatregelen wel nodig.

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Minister, ik dank u voor uw bijkomend antwoord.

Bij ons is er een school die De Beverburcht heet. Bij mijn weten volgt de bever geen richtingaanwijzers en gaat hij gewoon naar een plek die hij graag heeft.

De voorzitter

Ik zie dat de minister nog een bijkomende vraag wil beantwoorden.

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Ik wil nog ingaan op een specifieke vraag die door collega Van Olmen werd gesteld.

Van bij de aanvang van dat eerste soortenbeschermingsprogramma waarnaar u verwees, in 2015, is er een goede samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en de waterbeheerders en de rattenvangers van de VMM. In onderling overleg werd er zo’n monitoringssysteem ontwikkeld, zodat er steeds vrij correct een beeld voorhanden is van die populatie. Zo werken die rattenvangers bijvoorbeeld met een app op hun telefoon, waarin ze kunnen registreren waar ze die bevers of die sporen hebben gezien.

Die mensen passeren natuurlijk niet elke week langs elke waterloop. Daarom ook is het belangrijk dat de aangelanden daarbij worden betrokken en dat nieuwe beveractiviteiten die worden waargenomen, worden gemeld aan de waterbeheerder. Dat kan de gemeente, de provincie of de VMM zijn. Dat is nog altijd degene die het best geplaatst is om risico’s ter plaatse te kunnen inschatten. En zoals ook al gezegd, beschikken die waterbeheerders over de nodige vergunningen om te kunnen ingrijpen, of kunnen ze daarvoor een vergunning aanvragen en krijgen.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Zoals ik al zei, dank ik u voor het extra antwoord. Bij ons is er een lagere school, De Beverburcht. Maar de bever volgt geen richtingaanwijzers en gaat waar hij graag gaat.

Zoals we daarnet al zeiden, is het nodig dat we ook proactief werken. We moeten hier niet vragen blijven stellen over gelijk welke soorten die we hebben. Zoals al gezegd, is de natuur er serieus op vooruitgegaan en kunnen die dieren beter gedijen, ook met bescherming uiteraard. Maar ik denk dat het nodig is dat we snel handelen en dat we vooraf al bekijken wat we kunnen doen bij overbevolking van bepaalde diersoorten. Voor de bever lijkt het mij nodig dat we nu al stappen nemen, dat we ernaartoe gaan, dat we niet alleen verplaatsen, maar dat we ook dieren liquideren waar dat nodig is.

Ik hoop dat er ook maatregelen genomen worden waarbij u de waterbeheerders de mogelijkheid geeft om daar desgevallend ook toe over te gaan.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Lutosa investeert ruim 200 miljoen euro in vestiging Waregem Lees meer
 
 
Heb je een uienperceel dat een moeilijke start kent? Lees meer
 
 
A solid EU Wine PackageLees meer
 
 
Klachten over de overlast veroorzaakt door bevers Lees meer
 
 
Het nieuwe MestactieplanLees meer
 
 
Rapport ammoniak-emissiemeetcampagne Vlaamse melkveestallen Lees meer
 
 
Week van het waterLees meer
 
 
Oproepen innovatie 2025: EIP-Operationele groepen en VLIF-innovatieve investeringenLees meer
 
 
Duurzaam waterbeheer op uw bedrijf Lees meer
 
 
Bemestingsprognose beschikbaar op het e-loket Lees meer
 
 
Verzamelaanvraag, uitbetaling van premies of info over de intekening van de beschermingsstrookLees meer
 
 
3 grote spaarbekkens aanleggen voor periodes van droogte Lees meer
 
 
Parlementaire vragen over de toekomst van de brede weersverzekeringLees meer
 
 
Belgen zijn meest tevreden met hun persoonlijke relaties Lees meer
 
 
Actieplan voor administratieve vereenvoudiging Lees meer
 
 
Meer dan helft omwonenden van 3M in Zwijndrecht te veel PFAS in bloedLees meer
 
 
Gemeentelijke reductieopgave ruimtebeslag en verhardingLees meer
 
 
Arne Braeckman (Gent) bekroond tot ‘Sommelier of the Year 2025’ Lees meer
 
 
Over de rendabiliteit van de veeteelt Lees meer
 
 
Erkenning hevige regenval, storm- en rukwinden en hagelbuien 9 juli 2024 als ramp Lees meer
 
 
Erkenning hevige regenval 1 en 2 augustus 2024 als ramp Lees meer
 
 
Duurzame bemesting van aardappelenLees meer
 
 
Mestbank verleent uitstel voor Mestbankaangifte tot en met 31 maart Lees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2025 is van start gegaan Lees meer
 
 
IPM richtlijnen checklist 2025Lees meer
 
 
Erkenning overstroming van 2-5 januari 2024 als ramp Lees meer